Foto’s

Eigenlijk vind ik het misschien wel veel leuker wanneer er interesse wordt getoond in een door mij gemaakte foto dan een publicatie van een door een fotograaf gemaakte fotoreportage van ons huis in een magazine.

Zo werd de afgelopen tijd vanuit verschillende hoeken – op een overigens keurige manier (dat is ook wel eens anders) – belangstelling getoond in door mij gemaakte foto’s.

Zo verkocht ik de bovenste foto van onze keuken aan  House of logic, verschijnen er begin volgend jaar foto’s van mijn hand in een heus boek over interieur,  zullen drie badkamer foto’s binnenkort op de site van Mosa tiles pronken en wordt onderstaande foto gebruikt in een flyer van een cursus.

Mijn hart maakt dan een klein sprongetje. Ach, vergeleken met het echte leven is het natuurlijk niets. Maar ik vind het stiekem zó leuk.

Egypte, go see part II

Er wordt hier nog flink nagenoten van een dikke week Egypte in de voorjaarsvakantie. Ook vorig jaar bezocht ik in deze tijd samen met Silvijn Egypte, onze avonturen van toen lees je in het blog ‘Egypte, go see!’.

Het hoogtepunt van onze vorige reis naar Egypte was onze trip naar Caïro waar we die ongelooflijke piramides van Gizeh beklommen, de immense Sfinx bewonderden en het Egyptisch museum bezochten waar we het gouden masker van Toetanchamon van heel dichtbij konden bekijken.

Sindsdien is Silvijn flink in to het oude Egypte. Op zijn nachtkastje pronkt een houten masker van Toetanchamon naast een ‘gouden’ piramide en het borstbeeld van Nefertiti. We lezen sindsdien dagelijks uit (de geweldige boeken van Tosca Menten) Dummie de Mummie en Silvijn bekeek de gelijknamige films minstens twintig keer. Erg goed voorbereid gingen we dit jaar dan ook weer naar het land van de Nijl en de farao’s. 😉

We herhaalden de formule van vorig jaar, kozen voor een heel fijn resort in Hurghada en ik boekte vooraf via Kingfishertours een tweedaagse excursie. Deze keer naar Luxor (Thebe, de hoofdstad van het oude Egypte). Ik was hier in 2010 en ook Luxor maakte diepe indruk op mij. Graag wil ik Silvijn de verhalen vertellen en het gebied laten zien.

We bleven de eerste dagen op het resort en genoten vooral van het heerlijke weer (zo’n 24°C met heel af en toe een klein wolkje – wat is dat toch fijn in februari) en alle luxe van het resort. Silvijn maakte vriendjes, was niet uit het water en van de glijbanen af te krijgen en ik las (ook) mijn e-reader leeg in het zonnetje op een zacht bedje aan de rand van het zwembad. Oijoijoi, wat knap je daar van op.

Op de dinsdagochtend werden we na het ontbijt voor de deur van ons resort opgehaald door ‘onze’ chauffeur en in een kleine vier uur heel comfortabel naar ons hotel aan de Nijl in Luxor gereden. Luxor is per auto vanuit Hurghada heel goed te doen en de 280 kilometer tellende route is erg afwisselend. Je rijdt de eerste 60 kilometer langs de Rode zee, dan een flink stuk door de ruige Sahara, daarna dwars door de grote en typisch Egyptische stad Qena en de laatste 60 kilometer door het mooie, groene Nijldal. Onderweg kwamen we ogen en oren tekort. 

De middag zeilden we met een traditionele felucca over de langste rivier ter wereld en legden aan bij ‘bananeneiland’, een oude bananenplantage op een klein eilandje in de Nijl. We beleefden het dagelijks leven in de kleine boerendorpjes op de Westoever. We zagen er herders rondtrekken met geiten en schapen, buffels baden, vissers in kleine bootjes hun netten uitzetten, jongetjes van Silvijn z’n leeftijd stoven ons op karren voortgetrokken door 1 of 2 ezels op de stoffige zandwegen voorbij en hele gezinnen waren samen druk aan het werk op hun land. Dat maakte indruk. Silvijn was er stil van.

Terug op de felucca werden we getrakteerd op een pracht van een zonsondergang.

De volgende ochtend ging de wekker vroeg. Heel vroeg. Om 05.00 uur werden we – voorzien van een goed gevulde ontbijtbox – in de vroege, wat frisse ochtend bij ons hotel opgehaald. Een comfortabel busje reed ons naar de Nijl waar we op klein bootje van de Eastbank naar de Westbank werden gevaren om daar over de rand van de rieten mand van een luchtballon te klimmen om het grootste openluchtmuseum ter wereld vanuit de lucht te kunnen gaan bekijken. 

Ik vind het zó’n magisch beeld al die fel gekleurde luchtballonnen bij elkaar die worden klaargemaakt om op te stijgen. Daarbij komt nog de hectiek rondom het prepareren van de ballon – bij het op laten stijgen van één luchtballon zijn in Luxor 20 drukdoende mannen gemoeid -, het geluid en de geur van de gasbranders en de chaos (en de stress) rondom het in die enorme mand zien te klimmen terwijl met man en macht wordt getracht de ballon aan de grond te houden – en dat alles tijdens het krieken van de dag, vlak voor zonsopgang. Wat een unieke ervaring!

Deze keer bleek ‘onze’ luchtballon (die joekel van een rode) de grootste ter wereld te zijn, die maar liefst plaats biedt aan 36 personen. Vorig jaar vlogen we al in een luchtballon over het mysterieuze Cappadocië. Nieuwsgierig naar die ervaring? Check Oh, but my darling what if you fly?!.

Om ons heen zagen we de ene naar de andere ballon opstijgen. Wat een wonderlijk gezicht. Dan wordt een laatste landingsinstructie gegeven, de piloot laat nog een paar flinke toefen gas ontsnappen uit de branders en langzaam stijgen we geruisloos op. Het wordt sereen stil. Het enige geluid dat we zo af en toe horen is het ontsteken van de branders, het fluiten van de vogels en het lichte geruis van de ballon.

Wat we zien, voelen en beleven ontneemt ons opnieuw de adem. Hoe bijzonder is het om over de schatkamer van het oude Egypte te zweven op een paar honderd meter boven het graf van Toetanchamon, het paleis van Hatsjepsoet, de kolossen van Memmon en de tempel van Ramses. En dat terwijl je de Nijl ver onder je als een zwart lint door het landschap ziet kronkelen, de zon in het oosten langzaam opkomt en de lucht oranje kleurt en tegelijkertijd de volle maan de Vallei der Koningen zachtgeel verlicht. Kippenvel op de armen.

Na een klein uur vliegen landen we iets minder geruisloos dan vorig jaar maar – hey, ongeschonden en wat weer een belevenis – middenin de droge, rotsachtige Egyptische aarde.  We klimmen een  een pracht van een ervaring rijker uit de grote mand en stappen in ons busje en gaan op weg naar het volgende avontuur. We ontmoeten onze Nederlandstalige gids, bespreken de dag en vervolgen ons program, om nog maar net 7.00 uur, op westoever van de Nijl in de Vallei der Koningen. 

In het oude Egypte werd de westoever van de Nijl gezien als het dodenlijk en de oostoever als het rijk der levenden. De zon stierf volgens de oude Egyptenaren in het westen, om na een nachtelijke reis herboren te worden in het oosten. Volgens de oude Egyptenaren zouden de koningen op deze manier ook herrijzen uit hun graf.  In het dorre, hete en desolate Koningadal, in de heuvels bij Thebe, lieten de farao’s van het Nieuwe Rijk zich begraven. Ondanks dat de graven diep onder de grond lagen verstopt, zijn de meeste graven in de loop van de jaren leeggeroofd. Slechts enkele – waaronder die van Toetanchamon – werden geheel intact ontdekt. Rond de markante berg die het uiterlijk heeft van een piramide liggen momenteel 63 genummerde graven, maar nog altijd worden er nieuwe opgravingen gedaan. Elk graf heeft een eigen nummer dat staat voor de volgorde waarin het is ontdekt. Het wereldberoemde graf van Toetanchamon heeft  nummer 62. Deze graftombe werd in 1922 ontdekt en is daarmee een van de  meest recente ontdekkingen in het Dal der Koningen. Het graf van Ramses VII heeft nummer 1, dit graf – kun je nagaan – is al in de tijd van de Romeinen ontdekt.

We kopen één ticket waarmee we toegang hebben tot drie zelf uit te kiezen koningsgraven. We bezoeken ook op aanraden van onze gids het graf van Rameses II, Rameses IX en Amenophis. Zo vroeg in de ochtend is het nog erg rustig in het dal en kun je op je gemak en zonder drommen andere toeristen de graven bewonderen. 

De rotsgraven en de tunnels die naar beneden, naar de grafkamers leiden zijn stuk voor stuk rijkelijk versierd met gekleurde afbeeldingen van goden en verhalen – in hiërogliefen –  en rituelen over het hiernamaals. Oijoihoi, wat een bijzonder stukje geschiedenis. We raken hier dan ook niet uitgekeken.

Ook voor jongens van zes is een bezoek aan het dal der Koningen een mooi avontuur. Het betreden van de graven gaat gepaard met aardig wat klim- en klauterwerk en de veelal spannende en boeiende verhalen uit de oudheid – die ook onze gids vertelt –  spreken flink tot de verbeelding.  En, als je goed kijkt, valt er echt van alles te ontdekken op de muren van die oude graven. Zeker als je al het een en ander weet over het oude Egypte. 

We besluiten er ook een speciaal ticket voor het beroemde en onlangs gerestaureerde graf van Toetanchamon bij te kopen. Vorig jaar al zagen we in he Egyptisch museum in Cairo alle schatten die Howard Carter in 1922 in dit tot dan toe 3.200 jaar oude en ongeschonden graf ontdekte. Met als absoluut hoogtepunt het gouden masker van deze bijzondere farao. Nu we hier toch zijn, kunnen we zijn graf natuurlijk niet overslaan. Dus dalen we de behoorlijk steile trappetjes in de tombe af om de mooi gekleurde grafkamers, waar ook zijn sarcofaag en mummie achterbleef, met eigen ogen te kunnen bekijken. Silvijn is vooral zwaar onder de indruk van de (echte!) mummie van Toetanchamon die (in een geklimatiseerde vitrine) in het graf te bewonderen is. Wauw, dit is met recht één van de grootste archeologische vondsten.

We verlaten de Vallei der Koningen aan tegen de klok van 11 toch met wat lichte tegenzin. Ik denk stiekem dat we hier nog wel een keer terug zullen komen. We gaan met de gele treintjes naar de uitgang van het complex en in de auto op weg naar het arbeidersdorp Deir-el-Medina, passeren – en poseren voor – de kolossen van Memmon en bezoeken de tempel van Hatsjepsoet. 

Hatsjepsoet was één van de enkele vrouwelijke farao’s. 3500 jaar geleden besteeg koningin Hatsjepsoet de troon van Egypte. Ze brak met alle conventies door als farao te regeren, in de gedaante van een man. Haar eigenzinnigheid kwam haar duur te staan: Hatsjepsoet werd gewist uit de geschiedenis. Wel bouwde een reusachtige tempel voor zichzelf. De tempel is vooral prachtig vanaf een afstandje, zeker als je het verhaal achter de tempel kent. We waren aan het begin van de middag bij de tempel. Het is dan al flink druk in de omgeving. Wil je de tempel voor je alleen? Kies dan voor een bezoek in de vroege ochtend. 

Waar ik naar uitkijk is het bezoek aan de tempel van Karnak in de middag. Na een typisch Egyptische lunch – lang leve de verse humus – gaan we die kant op.

Karnak was het grootste religieuze complex van het oude Egypte waar door meer dan 30 farao’s aan is gewerkt. Je passeert er tientallen Sfinxen bij de ingang, je waart door half vergane tempels en passeert torenhoge beelden en pilarengalerijen. Alles in het tempelcomplex lijkt wel versierd met hiërogliefen. De honderden pilaren hebben een diameter van meer dan drie meter. Je voelt je er, zoals eigenlijk op alle historisch plekken in Egypte, onvoorstelbaar klein. De immense omvang van de bouwwerken en de zwaarte van de materialen waarmee ze zijn gebouwd roept ook deze keer weer de vraag op: “hoe dan?”. We struinen er een groot gedeelte van de middag rond. 

We nemen aan het eind van de middag afscheid van onze gids en met een unieke ervaring rijker stapten we weer in onze auto richting Hurghada waar we nog lekker een paar dagen mogen genieten van het heerlijke weer en alles wat ons resort en Hurghada te bieden heeft. 

Graag wil ik een lans breken voor Egypte als vakantieland. Ik heb me er nog nooit een moment onveilig gevoeld, integendeel. Het reizen door Egypte is – ook als vrouw met een kleuter – meer dan prima te doen. Ik bezocht Egypte ook in  2010 en 2013, en in 2017 en 2018 samen met Silvijn en vind het een uniek en divers (vakantie)land. Een plek waar de zon altijd schijnt en de temperaturen het hele jaar door aangenaam zijn, waar je de meest prachtige en bijzondere oudheidkundige schatten kunt bewonderen, de stranden fijn zijn, de zee rijk is aan koraal en de meest prachtige kleurrijke vissen, de prijs-kwaliteitsverhouding – zeker ook van de resorts –  voortreffelijk is en de Egyptenaren vriendelijk en behulpzaam zijn. En dat alles op zo’n vier uur vliegen. Wij beleefden er in ieder geval wederom een avontuur dat we nooit meer zullen vergeten!

Egypt, Go see!

Magnoli – bíjn – a!

Het lijkt wel of ze ieder jaar vroeger in de emmer van mijn favoriete bloemist staan: de magnolia’s! Ik moet zeggen dat ik dat niet zo erg vind. Vorige week nam ik dan ook vier grote takken mee naar huis. Het is ten slotte ook al bijna lente. Ik – oké Remon – zaagde de onderkant van de takken schuin af en ik – dat dan weer wel – zette ze in de vaas, pontificaal op tafel.

Afgelopen zondag, braken de knoppen aan één tak prachtig roze open. Tot nu toe bleef het daarbij. Drie bloemen aan één tak, die ik na krap aan vier dagen volle bloei vanochtend vrij sneu op de tafel aantrof. Daar vind ik wel iets van. Dat was vorig jaar en het jaar daarvoor wel anders!

Ach, beetje geduld, het is tenslotte nog maar februari. Hoera voor de magnolia!

#10yearschallengeathome

De #10yearschallengeathome, de door Zilverblauw op Instagram in het leven geroepen hashtag en de verschillende foto’s die ik daar in die categorie tegenkwam, deden mij besluiten diep in het archief te duiken en op zoek te gaan naar foto’s van 10 jaar geleden. En zie hier!

Eigenlijk speel ik een beetje vals, deze foto’s zijn precies 11 jaar geleden geschoten door de verkopende makelaar van ons vorige huis. Op dat moment waren we net de trotse eigenaren van onze huidige woning, waar we een aantal maanden later de sleutel van kregen en – dat is dan weer wel 10 jaar geleden – grondig gingen verbouwden.

Deze foto’s vond ik uiteindelijk in de e-mail die ik destijds van de makelaar kreeg. Ik mocht er 8 uitzoeken voor in de verkoopbrochure. Andere tijden. Toen ik de foto’s opende op mijn Macbook schrok ik vooral van de kwaliteit. In mijn beeld van de werkelijkheid had de makelaar destijds prachtige plaatjes geschoten (het huis was immers binnen 3 dagen verkocht). Wat ik zag waren daarentegen scheve, slecht belichtte, korrelige, wazige niet te bewerken exemplaren.

Vooral zag ik toch het knusse huis waar we waardevolle herinneringen maakten en we bijna twee jaar met heel veel plezier woonden. Remon kocht het huis, geheel gerenoveerd, in de zomer van 2006. In maart 2007 gingen we – er – samenwonen, wat maakte dat we ook al snel weer op zoek gingen naar een ander, wat ruimer huis.

Goed om te zien dat veel van de spullen op de foto’s ook een plekje hebben gevonden in ons huidige huis. In onze keuken en de badkamer hangen nog dezelfde handdoeken, de yoghurt eten we ook hier uit de gekleurde HEMA schaaltjes, ik zit dit blog te typen vanaf een rode Gispen stoel met uitzicht op het doek van Herman Brood, de gekleurde ‘organizer” doet momenteel in dienst in de schuur als opberger, de rode theetafel wordt gebruikt als nachtkastje in de kamer van Silvijn en het witte buikkastje pronkt op onze overloop.

Mijn woonsmaak is in de basis niet noemenswaardig veranderd en valt nog steeds in de categorie wit, fris, vrolijk en kleurrijk. Wel heeft de tijd op detailniveau het een en ander met mijn smaak gedaan. Zo vond ik, zo te zien, 11 jaar geleden hysterische kroonluchters wèl helemaal het einde. 😉

Ik ben benieuwd hoe de inrichting van ons huis er over 10 jaar uitziet!