Wij doen ons best om bewust en duurzaam om te gaan met ons voedsel (en hierbij slaan wij de plank nog vaak behoorlijk mis hoor). We kiezen daar waar mogelijk voor biologische, eerlijke en onbewerkte producten en kopen steeds meer voedingsmiddelen van het seizoen en uit de eigen streek of tuin. Ik eet sinds mijn studententijd geen vlees meer, het vlees dat hier door de mannen wordt gegeten kent zijn oorsprong bij een van ‘onze’Â streekboeren.
En het moet wel heel erg mal gaan, willen wij een open dag van een bedrijf in de agrarische sector bij ons in de omgeving missen. Al heel wat jaren, eerst met Sem, nu ook met Silvijn, struinen we menig zaterdag- of zondagmiddag door stallen, schuren, hokken, loodsen, kassen, fruit- en boomgaarden en weilanden van boeren uit de streek om te – laten –Â ontdekken en beleven waar ons voedsel vandaan komt, hoe dat voedsel groeit en wat er voor nodig is om het op ons bordje te krijgen.
Tijdens het Paasweekend lieten we de Albert Heijn Buitendag dan ook niet aan ons voorbij gaan. We bezochten het glastuinbouwbedrijf van de familie Hartman uit Sexbierum. Hier zagen we hoe komkommers, tomaatjes, paprika’s, pepertjes, aubergines en witloof op een duurzame wijze, ook voor ‘onze eigen’ buurtsuper, worden geteeld.
Silvijn vond er na tig paprika’s, aubergines en komkommers het zijne van en stortte zich in de bloedje warme kas tussen de rode pepers ter aarde. Tijd om naar huis te gaan en een witloofsalde te creëren van de eigenhandig geplukte *witloofstronken.
* Ik leerde dat witloof tegenwoordig deels via hydrocultuur wordt geteeld. De wortels worden, na de teelt in open lucht, in trekbakken geplaatst die gevuld zijn met water. De bakken worden op elkaar gestapeld en in koelcellen gezet. De wortels ontwikkelen zich zo binnen drie weken tot witloofkroppen. Wij plukten onze witlof dan ook niet van het land maar uit een blauwe plastic bak. Weer wat geleerd!