Eigenlijk vind ik het misschien wel veel leuker wanneer er interesse wordt getoond in een door mij gemaakte foto dan een publicatie van een door een fotograaf gemaakte fotoreportage van ons huis in een magazine.
Zo werd de afgelopen tijd vanuit verschillende hoeken – op een overigens keurige manier (dat is ook wel eens anders) – belangstelling getoond in door mij gemaakte foto’s.
Zo verkocht ik de bovenste foto van onze keuken aan House of logic, verschijnen er begin volgend jaar foto’s van mijn hand in een heus boek over interieur, zullen drie badkamer foto’s binnenkort op de site vanMosa tiles pronken en wordt onderstaande foto gebruikt in een flyer van een cursus.
Mijn hart maakt dan een klein sprongetje. Ach, vergeleken met het echte leven is het natuurlijk niets. Maar ik vind het stiekem zó leuk.
De #10yearschallengeathome, de door Zilverblauw op Instagram in het leven geroepen hashtag en de verschillende foto’s die ik daar in die categorie tegenkwam, deden mij besluiten diep in het archief te duiken en op zoek te gaan naar foto’s van 10 jaar geleden. En zie hier!
Eigenlijk speel ik een beetje vals, deze foto’s zijn precies 11 jaar geleden geschoten door de verkopende makelaar van ons vorige huis. Op dat moment waren we net de trotse eigenaren van onze huidige woning, waar we een aantal maanden later de sleutel van kregen en – dat is dan weer wel 10 jaar geleden – grondig gingen verbouwden.
Deze foto’s vond ik uiteindelijk in de e-mail die ik destijds van de makelaar kreeg. Ik mocht er 8 uitzoeken voor in de verkoopbrochure. Andere tijden. Toen ik de foto’s opende op mijn Macbook schrok ik vooral van de kwaliteit. In mijn beeld van de werkelijkheid had de makelaar destijds prachtige plaatjes geschoten (het huis was immers binnen 3 dagen verkocht). Wat ik zag waren daarentegen scheve, slecht belichtte, korrelige, wazige niet te bewerken exemplaren.
Vooral zag ik toch het knusse huis waar we waardevolle herinneringen maakten en we bijna twee jaar met heel veel plezier woonden. Remon kocht het huis, geheel gerenoveerd, in de zomer van 2006. In maart 2007 gingen we – er – samenwonen, wat maakte dat we ook al snel weer op zoek gingen naar een ander, wat ruimer huis.
Goed om te zien dat veel van de spullen op de foto’s ook een plekje hebben gevonden in ons huidige huis. In onze keuken en de badkamer hangen nog dezelfde handdoeken, de yoghurt eten we ook hier uit de gekleurde HEMA schaaltjes, ik zit dit blog te typen vanaf een rode Gispen stoel met uitzicht op het doek van Herman Brood, de gekleurde ‘organizer” doet momenteel in dienst in de schuur als opberger, de rode theetafel wordt gebruikt als nachtkastje in de kamer van Silvijn en het witte buikkastje pronkt op onze overloop.
Mijn woonsmaak is in de basis niet noemenswaardig veranderd en valt nog steeds in de categorie wit, fris, vrolijk en kleurrijk. Wel heeft de tijd op detailniveau het een en ander met mijn smaak gedaan. Zo vond ik, zo te zien, 11 jaar geleden hysterische kroonluchters wèl helemaal het einde. 😉
Ik ben benieuwd hoe de inrichting van ons huis er over 10 jaar uitziet!
Tijdens de kerstvakantie gingen we flink aan de slag in huis. Één van de – vele – projecten was het transformeren van de serre van speelkamer (zie foto’s hieronder) naar werkkamer.
We verkochten het bureautje en de stoeltjes, waar Silvijn te groot voor geworden is, en flink wat andere uitgegroeide speelgoedspullen op Markplaats, sleepten alle Lego en aanverwante artikelen naar de slaapkamer van Silvijn, lieten door de plaatselijke meubelmaker een tafelblad maken, kochten een kastje en tafelpoten bij Ikea, fabriceerden daar een tafel annex bureau van en plaatsten een extra verdieping – inclusief kastje – op de Stringkast.
Uten Silo aan de muur, wat modieuze kratjes en de nog altijd favoriete Wesco broodtrommels in de rekken, oranje Panton stoel naar beneden, wat vrolijke lentebloeiers in de witte potten en klaar!
Nog anderhalve dag, dan mag ik weer aan het werk! 😉
Gister haalde ik, aangenaam verrast, de juli-editie van het Britse woonmagazine ’25 Beautiful Homes’ uit de brievenbus. Een cadeautje omdat er een reportage over ons ‘cheerful family home’ in is opgenomen, deze keer onder de de titel ‘House of fun’.
Hoewel dit de vierde reportage in een woonmagazine is met de hier in maart 2015 door Camilla Isaksson gemaakte foto’s, blijf ik het leuk vinden om te zien hoe de verschillende bladen met (grotendeels) dezelfde foto’s en tekst op een geheel eigen wijze een beeld van ons huis weten te geven. Ik vond het wel een beetje ingewikkeld om tijdens het telefonische interview een goed verhaal te produceren bij deze inmiddels flink gedateerde foto’s (lees en huiver).
We hielden de vitrage in de serre al weken angstvallig dicht zodat we geen zicht hadden op onze achtertuin. Nou, dan weet je het wel.. De vlonders donkerbruin en onbegaanbaar (spekglad!), de tegels mossig groen, de witte bloempotten een ondefinieerbare kleur zowel aan de buitenkant als qua inhoud: vol regenwater en bladerdrab, de witte tuinset zwart van de aanslag, de herfstbladeren aaneengekoekt met het nodige zwerfafval, het natte, glibberige zeil van het stookhout gewaaid, de kozijnen grijs van ellende en het gras en andersoortig onkruid (waar komt dat toch altijd vandaan?) kniehoog in de borders, de – in een vorig leven gele – zandbak niet meer als zodanig te herkennen (….). Heb je een beeld?
En tussen al die troosteloze winterellende ontsproten de eerste knoppen in de druif, zochten de tulpen en de narcissen een weg tussen het onkruid en het bladerdek naar boven, werd de heg langzamerhand wat groener, zongen de vogels ons ’s ochtends weer wakker, kwam de bloesem in de peer en zochten enkele dappere munt- en aardbeienblaadjes zich een weg richting de prille lentezon.
Het was wachten op een mooie zaterdag of zondag en ja hoor, afgelopen weekend leende zich perfect voor de grote tuinmetamorfose. Met grof geschut ging ik de wintertuin te lijf. Ik poetste de tuinset en de kozijnen weer blakend wit, de regenton glimmend grijs, de kleur op de tafeltjes, bankjes en gieters tevoorschijn en de aanslag van de potten. Daarna schrobde ik de vlonders en de tegels, trok het onkruid, snoeide de fruitbomen, hakselde de bladeren, deed een ritje grofvuil, sleepte de mandarijn en de vijg uit hun winterverblijf en vulde de witte potten met nieuwe verse potgrond.
Het leukste bewaarde ik voor het laatst. Ik kocht een arm vol biologische kruiden en flink wat stekjes van groente- en fruitplantjes bij de kweker en verdeelde deze over de witte potten waarin ook de inmiddels flink uit de kluiten gewassen moestuinstekjes van de Albert Heijn een plekje kregen. De kussens op de banken, de kaarsjes en leftover-bloemen op de tafeltjes maken het plaatje compleet. De vitrage kan weer open. Fijn hoor zo’n lentetuin!
Vorig jaar maakte ik begin maart een lentekrans voor op de paarse voordeur. Hoe ik dat deed, zie en lees je in dit blog. Begin maart haalde ik de traditionele kerstkrans van de voordeur en vond het zo’n kale bedoeling dat ik besloot er ook dit jaar een lentevariant te maken. Een mooi klusje voor een van de paasdagen, zeker als je rustig aan moet doen.
De eucalyptus, prunus (kersenbloesem), magnoliatakjes en verschillende soorten tulpjes die ik eerder, nog flink enthousiast, bij mijn favoriete bloemist haalde, stonden in de schuur in een emmer te te wachten om de krans te mogen versieren.
Ik overschatte donderdag en vrijdag mijn herstel flink; er kwam me de afgelopen dagen weinig uit de handen. Vanmiddag rond een uur of half 4 kon ik het fröbelen van de krans niet meer uitstellen en prutste ik het groen en de tulpen in rap tempo rond de ijzeren basis die ik overhield van de kerstkrans. Ik zette de takken rondom vast met kleine stukjes ijzerdraad. De tulpjes knipte ik af op ongeveer 15 centimeter onder de kop en stak ze er op gelijke afstand tussen. Met geel draad uit de knutselbox van Silvijn zette ik ‘m door het luikje aan de paarse voordeur vast. Ik was blij dat ‘ie hing.
Snel greep ik het fototoestel om een paar plaatjes van het geheel te schieten. Als je goed kijkt, dan zie je dat dat niet helemaal goed ging, de foto’s zijn een tikkeltje onscherp. Stom. “Nouja, dat komt er van, lekker put”, zou Silvijn z’n tekst in zo’n geval zijn. Ik geef ‘m in dit geval gelijk. Volgend jaar beter!
Gister werd ik in het MCL met endoveneuze lasertherapie behandeld aan mijn rechterbeen. (Iets met een lekkage in een hoofdader met alle consequenties van dienen, en zo niét charmant.) En dat betekent ook dat ik vandaag – morgen en overmorgen – rustig aan moet doen; voor het eerste herstel na de ingreep staat 3 dagen.
Maar hey, het zijn wel mijn vríje dagen en ik had al een bezoek aan de tandarts gepland, een telefonisch interview voor 25 Beautiful homes (in het juli nummer staat een reportage over ons huis), een rondje door de speelgoedwinkel met Silvijn, er moesten boodschappen gedaan worden en als ik dan toch bij mijn favoriete bloemist in de buurt ben, vind ik het niet gemakkelijk om daar langs te rijden. Dus kocht ik een arm vol ranonkels, tulpen, hyacinten en anemonen plus wat takkenbossen en eucalyptus voor het maken van de lentekrans voor aan de paarse voordeur.
Na het opruimen van de boodschappen, het schikken van de bloemen, het schuiven met spullen op de plank en het maken van een paar fotootjes voelde ik wel degelijk dat het beter was om in horizontale positie op de bank plaats te nemen.
Och en ik kon vanmiddag nog drie kaartjes overnemen voor de voorstelling ‘Dummie de Mummie‘ vanavond in de stadsschouwburg. Dat is anderhalf uur zitten, dus dat mag. Morgen en overmorgen ga ik in de rust. Heus. Fijne paasdagen!
Ik ben dol op kleurrijke, geometrische prints. Op mijn tienerkamer plakte mijn vader volgens een door mij nauwkeurig opgesteld plan gekleurd gestreept behang op de muur en in mijn studentenkamer moest en zou de hoes ‘Kullavik rood‘ om mijn Klippan bank. Ik zag deze bekleding in het tv-programma Countdown, was op slag verliefd op de print en spaarde er tijden voor. De bank en de hoes verhuisden flink wat keren met mij mee en waren het middelpunt van menig woonkamer (totdat de poes de bekleding compleet kapot krabde en de hoes uit de collectie bleek).
Het behang ‘Circus’ van Cole and Son valt wat mij betreft in diezelfde categorie. Ik zag dit behang in oktober 21013 voor het eerst op de ‘Eigen huis en interieur woonbeurs’ en was zwaar onder de indruk van de combinatie van kleuren en vormen. Sindsdien zit het in mijn hoofd, heb ik een ‘Circus’ board op Pinterest, Google ik met grote regelmaat ‘Circus Cole and Son sale’ (helaas), plaatste ik het behang menig maal met het grootste gemak in mijn digitale winkelmandje om vervolgens weer op het zwarte kruisje in het rode rondje te klikken en spaarde ondertussen stevig door.
Ergens op een mooie avond in oktober, zo rond mijn verjaardag, besloot ik dat het behang van ons moest worden en bestelde ik het – toch met een klein beetje korting en scherp geprijsd – bij een van mijnfavoriete winkels. En zo pimpten we in de kerstvakantie niet alleen de kamer van Silvijn, ook onze slaapkameronderging een aardige metamorfose ←als je via de laatste link naar beneden scrolt, kom je ‘before foto’s’ van onze slaapkamer tegen.
We plakten het Circus behang van 3,15 bij 3,15 meter, bestaande uit 6 lange banen, op de evenzo grote ruimte op de muur achter ons bed (dat we ooit vast in een flinke vlaag van verstandsverbijstering kochten, want: zwàrt?). In het echt bleek het behang nog mooier dan op de plaatjes, wat een feestje. Ik vind het bijna zonde om het bed er tegenaan te plaatsen. Het bed dat ik uiteindelijk ontdeed van de professorische witte hoezen omdat ik, vrij verrassend, de oorspronkelijk zwarte bekleding beter vind matchen met het behang.
Lampjes in ‘Striking Orange’, een dekbedovertrek van gewassen katoen in paars met contrasterende roestrode kussens, groene, heerlijk zachte vloerkleedjes, okerkleurige bloempotjes met vrolijke plantjes en de kleine aap maken het circus compleet.
Ik was vorig jaar (2016) op de Vtwonen & designbeurs flink onder de indruk van de kinderkamer in het Vtwonenhuis. En hoewel in die kamer de kleuren zwart en donkergrijs (helemaal niet mijn kleuren) overheersen, kon ik er maar geen genoeg van krijgen. Ik viel vooral als een blok voor de muren met daarop het melkwegstelsel getekend (herkende ik daar de tekeningen van Marco Stoker?) en ook voor het idee de prachtige platen uit het Grote Dierenboek als posters aan de muur op te hangen en voor de combinatie van grijs, zwart, oker en hout. Eigenlijk vond ik alles mooi. Toen Silvijn vorig jaar in de kerstvakantie een nieuw bed kreeg, greep ik mijn kans en pimpte – niet zonder slag of stoot overigens – een witte muur, geïnspireerd door wat ik zag in DE kinderkamer, met dierenplaten kijk maar.
In de afgelopen kerstvakantie ontdekte ik al Googelend – ik ging stiekem weer even naar plaatjes van DE kamer kijken – dat de muur met het ruimtepatroon in de vorm van behang verkrijgbaar is (!). Mijn hart maakte flink wat sprongetjes. Ik sliep er een nachtje vrij slecht over, bedacht ondertussen een plan (want ja, waar plak ik dit behang van 3 bij 3 meter in een kamer met geen enkele blinde rechte muur) en de volgende ochtend vroeg was het behang, uiteraard na goedkeuring van Silvijn, – en mazzel, met fikse korting – van ons.
In de tweede week van de kerstvakantie haalde ik samen met Silvijn de dierenplaten en maskers van de witte muur waarna we daar volgens plan het uit 6 banen bestaande space behang opplakten.
Als je goed kijkt, zie je dat we een dikke meter tekort kwamen om er de muur volledig mee te kunnen vullen. Ik deed een poging dit op te lossen door boven de witte deur en aan de rechterkant – tegen de stenen muur – een strook zwart krijtbord behang te plakken. Hierop tekende ik met een wit krijtje het patroon van het space behang door/over. Jammer dat de kleur nèt niet helemaal matcht (het space behang is stiekem diep donkerblauw). Dat schreeuwt dan om een plan B. En dat kan niets anders zijn dan de gele neon lamp van Qazqa/Zilverblauw die ik precies op de overgang van de verschillende behangetjes ophing. En bliksem: het kleurverschil valt nauwelijks meer op.
*Feel the air up above Oh, pool of blue sky Fill the air up with love All black with starlight
Feel the sky blanket you With gems and rhinestones See the path cut by the moon For you to walk on
Zaterdag deed ik een dagje Groningen met een vriendinnetje. Ik keek uit naar de bloemenkramen op de markt en hoopte op mijn lievelings voorjaarsbloeiers.
En ja hoor, mijn meest fijne buit van de dag was een flinke bos ranonkels in alle kleuren van de regenboog. Een dik bos gekleurde lente voor maar 5 euro, wat kan ik daar blij van worden
.De bloemenverkoper gaf overigens de tip de ranonkels ‘hoog in de vaas’ te zetten. Bij doorvragen bleek dat je de bloemen van de ranonkels dan net boven de vaas uit moet laat komen. De stengels van de Ranonkel zijn vrij kwetsbaar en kunnen de relatief zware bloem niet altijd dragen waardoor ze knakken. Door de ranonkels hoog in de vaas te zetten, bescherm je de stelen en blijven de bloemen het langst (rechtop) staan.
Standaard verdwijnt de Kerst op 6 januari uit ons huis. Dat maakt dat onze kerstboom dit jaar vijf hele weken dienst gedaan heeft, chapeau! Nog voor de boom het pand goed en wel heeft verlaten, ren ik naar mijn favoriete bloemist voor lentebloeiers. Drie bossen tulpen en twee bossen hyacinten plukte ik er gisteren al flink hebberig uit de emmers. Lentebollen: krokussen, narcissen en hyacinten, haalde ik de dag na Kerst al. Het kan mij niet snel genoeg voorjaar zijn (ik ben zó geen wintermeisje). Ik vulde met al dat moois zo goed als alle voorradige vazen en potjes.
Zó, daar fleurt het hier mooi van op: hallo lente!
De dagen werden de afgelopen weken almaar korter, donkerder en ook voller. Nog twee nachtjes slapen en dan is het kerstvakantie. De vakantie waar ik stiekem al een paar (is twee) weken naar uitkijk. De tijd tussen 5 december en de Kerstdagen is – in meerdere opzichten – niet mijn meest favoriete tijd van het jaar. Ik kijk dan ook niet alleen uit naar de kerstvakantie, maar zeker ook naar de tijd dat de dagen weer lengen, verkwikken en oplichten. Om te vieren dat het die kant langzaamaan weer opgaat, maak ik jaarlijks op *21 december, aan het eind van de middag, ‘de kortste dag van het jaar foto’. Vorig jaar zag dat er zo uit.
Onderstaande foto’s maakte ik de afgelopen weken (op 4 december en 15 december) op nagenoeg hetzelfde tijdstip als bovenstaande plaat. I rest my case.
*Dit jaar klikte ik de foto om eerlijk te zijn een avondje eerder, ik vier de kortste dag van het jaar momenteel in glitterjurk op‘ons’ kerstgala.
Ik was het al bijna kwijt dat de foto’s die Camilla in maart 2015 van ons huis maakte aan het begin van deze zomer ook – in navolging op een reportage in Hus & Hem enLiving & More – gepubliceerd werden in het Duitse magazine Laura Wohnen Kreativ. Onlangs plopte die gedachte weer op. Ik ging driftig op zoek en bemachtigde het blad eerst digitaal via de App van het magazine en haalde (na druk heen en weer mailen met de uitgever en het aftikken van van een 7 euro 50 voor het tijdschrift en de verzendkosten, zo gaat dat klaarblijkelijk) zonet de papieren versie -voor op het pronkrek – uit onze brievenbus. Grappig om te zien hoe drie verschillende bladen met zo goed als dezelfde plaatjes totaal verschillende reportages maakten.
NB. Wel erg fijn dat je op deze manier eeuwig 42 blijft. En zie je wat er hocus, pocus met onze voorkamer is gebeurd?
Tijdens onze vakantie in Panama werd ik via Instagram benaderd door het Duitse Luna Magazine. In het eerstvolgende nummer van dit family & lifestyle magazine was een interieur special gepland waarin verschillende stijlen kinderkamers zijn opgenomen. Graag wilden het magazine in deze uitgave ook een item over de kamer van Silvijn plaatsen.
Stiekem blijf ik het leuk vinden wanneer er dit soort verzoeken binnenkomen en als dientengevolge (mijn) foto’s van ons huis in een magazine gepubliceerd worden. Dus op een regenachtige avond middenin de jungle van Panama (iets met een hele strakke deadline), tikte ik een stukje tekst over het verhaal achter Silvijn z’n kamer en gaf Luna Magazine permissie om enkele foto’s van mijn blog te gebruiken.
En vandaag werd Luna Magazine nummer 64 gelanceerd met daarin een artikeltje over de kamers van Silvijn onder de titel ‘Der mix macht’s’.
NB. Nee, we zijn heus niet verhuisd naar Groningen. Het gaat hier hoogst waarschijnlijk om een zeer vrije interpretatie/vertaling van de door mij in het Engels aangeleverde tekst. 😉
Begin maart werd ik door Berber Govaars benaderd. Of ik zin had in een binnenkijker in De Telegraaf: ik twijfelde. Na intern overleg – want het is best wel een gedoe met poetsen, opruimen, spullen schuiven, rommel en andere niet foto waardige items in de kelderkast proppen en dan is de kans groot dat je zelf ook nog op de foto moet (help!) – besloten we “ja” te zeggen. Wat de doorslag gaf, was dat het alleen om foto’s van de woonkamer en de buitendeur ging. Dat scheelt twee en een halve verdieping gedoe en ach van zo’n uitgebreide poets- en opruimronde hebben we ook langere tijd plezier, nietwaar. Daarbij komt dat het bijzonder is en blijft om je eigen huis in een magazine te mogen bekijken. Bijkomend cadeautje vind ik de foto’s die door een professionele fotograaf worden gemaakt.
Na een erg leuk interview en idem dito fotoshoot hieronder het resultaat. Dikke dank je wel Berber Govaars (tekst), Rene Bouman (foto’s) en De Telegraaf!
Niets leuker dan gluren bij de buren! Wat hebben zij wat u niet heeft en wat heeft u wat zij niet hebben? Onze styliste Berber Govaars kijkt deze week binnen bij Bea Kroeze en Remon Smallenbroek uit Leeuwarden.
Het huis met de paarse deur
Als u niet uit de buurt komt, weet u het mogelijk niet, maar in Leeuwardens Oranjewijk is het huis waar we deze week binnenkijken, wereldberoemd. Het huis met de paarse deur. Hoe dichter je in de buurt komt, hoe meer mensen je er feilloos de weg naar kunnen wijzen. “Hartstikke handig,” zegt bewoonster Bea Kroeze, “als onze zoons Sem en Silvijn hier voor het eerst afspreken weten mensen meteen waar ze moeten zijn.”
De paarse deur is ook een fijne indicator van wat er achter die voordeur voor interieur schuilgaat. Want, wie zo’n entree maakt woont binnen ook met lef! Hoewel Bea dat zelf niet snel zo zou noemen. Daar is ze te bescheiden voor. “Ik zet gewoon neer wat ik mooi vind. Ik hou niet echt rekening met stijl of een speciaal kleurenpalet.” Lachend: “Ik doe eigenlijk maar wat.”
Tsja, mensen die begenadigd piano spelen zeggen dat ook vaak. Toch zit in dat antwoord wel het recept van Bea’s stijlvolle interieur verwerkt: Een witte basis waarbij je kleurige meubels en accessoires kiest. “En dan niet bang zijn dat het niet bij elkaar past,” vult Bea aan. ”Want wie bepaalt of iets past? Jij toch alleen?”
Als kind was Bea al bevangen door een voorliefde voor inrichten. Waar andere kinderen een paard of een auto tekenden zat de Leeuwardse al plattegrondjes van huizen te krabbelen. En nog mooier: Ook van dit huis! Want als kind fietste ze altijd al langs het statige herenhuis waar ze vandaag in woont. “Ik weet nog zo goed dat ik dan dacht: Later wil ik zo’n huis wonen! Ik vond het een Pippi Langkous huis.”
Dus toen Bea en Remon negen jaar geleden al een tijd op zoek waren naar een nieuwe woning en Bea in Funda weer eens op de ‘nieuw aanbod-knop’ klikte, schrok ze zich lam toen juist dat Pippi Langkous huis daar ineens tussen stond. Dolgelukkig waren ze beiden toen ook nog bleek dat het huis bouwkundig in prima staat was en ook nog eens propvol alle oude details. Bea: “De vestibule, de ornamenten, de paneeldeuren, de serre en de en-suitedeuren, zelfs de ramen met glas in lood; Alles was nog intact en origineel.”
Na een leven lang dromen over dit statige pand wist Bea snel wat ze er mee aan moest. Toch heeft ze, van al die voorliefde voor wonen nooit haar werk gemaakt. “Maar wel mijn grootste hobby!” Zegt Bea, die daarom haar creativiteit in inrichten en fotograferen helemaal botviert op haar blog ‘Bea pop of color.nl’. En zo wordt het huis met de paarse deur almaar beroemder. Ook buiten de Oranjewijk.
Analyse van Berber
De vrolijk geschilderde voordeur van Bea mag in Nederland dan best bijzonder gevonden worden, in Engelstalige landen en dan met name in Ierland kijken ze er helemaal niet van op. De geschilderde voordeuren van Dublin zijn zelfs wereld beroemd. In de achttiende eeuw floreerde de economie van de stad en werden er straten vol grote stadswoningen gebouwd. De architectuur werd streng bewaakt en de bewoners mochten niets aan de gevel veranderen. Om zich toch een beetje te onderscheiden van de buren werd het een gewoonte om de voordeur te personaliseren met een kleurtje. Overigens is er over de hele wereld bijgeloof verbonden aan gekleurde voordeuren en zou de gekozen kleur ook veel zeggen over de bewoners. Mensen met een paarse deur schijnen gemakkelijk risico’s te nemen, groot te dromen en vrije denkers te zijn. Die kunnen Bea en Remon in hun zak steken!
Huis in feiten
Bewoners: Bea Kroeze, Remon Smallenbroek, Sem (14) en Silvijn (4)
Oppervlakte: 180 m2
Bouwjaar: 1911
Kamers: 7
Beste Woonkoop: De Ikea, Klippan bank in de serre, die heb ik al sinds mijn studententijd.
Dit is waardevol: Bea: “De paarse Artifort Tulip stoel stond al lang op ons verlanglijstje. Ineens vond ik er twee op Marktplaats voor een habbekrats in faal oranje. Die tweede heb ik verkocht en van dat geld kon ik deze opnieuw laten bekleden in de paarse Artifort stof!”
Ik vond het zelfs een beetje spannend toen ik donderdagochtend op weg ging naar mijn favoriete bloemist. Ik had zó een zin in een enorme bos knalroze pioenrozen. Die met van die knoeperts van zuurstokroze knoppen, een warm geel hart en gigantische stelen, dié had ik in mijn hoofd. Stonden ze er al op mij te wachten in de emmer? Of zou ik ietwat teleurgesteld over moeten schakelen op plukplan B?
Tot mijn grote blijdschap lachten de meest mooie kanjers van knalroze pioenrozen mij vanuit hun emmertje hartelijk toe. Ik plukte twee joekels van bossen. Kijk nou toch, wat zijn ze waanzinnig mooi.
Ik werd vandaag al vriendelijk toegelachen door exemplaren in het wit met een geraffineerd donkerroze randje, subtiel gewenkt door een bos oudroze met dubbele bloem en de donkerrode variant fluisterde stellig mijn naam. Wordt dus vast en zeker vervolgd. Lang leve het pioenrozenseizoen!
Eind januari, ik schreef er hier over, kwamen een fotograaf en journalist van de NDC Mediagroepeen fotoreportage maken en een interview afnemen voor de wekelijkse woonbijlage van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden: ‘WONEN & CO’. Grappig hoe de dingen soms ontstaan. Via Instagram heb ik sinds afgelopen zomer contact met@Suusinne. Het was Suzanne, zij pronkte zelf meerdere malen in de bijlage, die de redactie van WONEN & CO tipte, waarop ze contact met mij opnamen.
Alhoewel ik ook nu ver voor de publicatie de foto’s al had gezien, het verhaal al had gelezen en een tikkeltje had proberen te sturen (absoluut géén foto van mij op de cover van de bijlage), blijf ik het reuze spannend vinden hoe het geheel er uiteindelijk uit komt te zien. En ook een regionale publicatie, allerlei mensen in je naaste omgeving zien en lezen het artikel, help!, vind ik stiekem verduiveld eng.
Tijdens onze, zo goed als internetloze (hoe fijn trouwens), vakantie in Egypte kreeg ik zaterdag de 22ste april het bericht dat de binnenkijker was gepubliceerd. Vandaag, een week later, zag ik de bijlage dan eindelijk met eigen ogen. En ach wat is het toch een leuk artikel geworden. En wat een pracht plaat van Silvijn op de cover (let vooral niet op het loeischerpe, regelrecht uit de verpakking, oranje aardappelschilmes dat Silvijn in zijn hand heeft, want dan krijg je een enigszins een indruk wat zo’n reportage met mijn mentale toestand doet). Desalniettemin: een foto voor in een mooie lijst, de ‘WONEN & CO-bijlage’ voor op het pronkrek.
Dank je wel Suzanne Keizer voor het tippen, Margriet de Jager voor de mooie foto’s en Renske de Haan voor het fraaie artikel.
Ik plaatste de reportage hier in fotoformaat. Het artikel en de foto’s zijn – beter – te lezen en te bekijken via de site van WONEN & CO.
Op de eerste dag van april plukte ik de mooiste ranonkels, anemonen en tulpen uit de emmers van mijn bloemist, voelde ik de eerste serieuze stralen van het voorjaarszonnetje, rook de overheerlijke geur van de lente(bloesem) in de tuin en verbaasde me in positieve zin over de lange lichte avond.
Vanochtend bezochten we de (kom in de) kas van een gastvrije tulpenkweker op het Friese platteland en namen we een dikke arm vol lentebloeiers mee naar huis. Onderweg zagen we dat de natuur flink groener geworden is, de bermen vol staan met boterbloemen en de lammetjes vrolijk door de wei springen.
Vanmiddag fietste ik zonder jas en met de blote voeten in de trimpies naar de stad, lunchte met een vriendinnetje in het zonnetje op het terras en kocht mezelf een paar vrolijke items uit de voorjaarscollectie. Wat toch een heerlijkheid.
Twee duimen omhoog (met dank aan Silvijn voor deze fijne oneliner) voor het eerste weekend van april!
Afgelopen week lachte onze paarse Big Tulip mij vanuit onze brievenbus toe vanaf de cover van het Duitse interieurtijdschrift ‘Living & More’. ‘Leuchtkraft – Wie Sie signalfarben bewusst einsetzen’, luidt de begeleidende tekst in vette capitals. Met kloppend hart bladerde ik met trillende handjes – oeh, spannend – naar de reportage. Volgens de – paarse titel in bold – van het artikel maakt kleur mij gelukkig. Hoewel ik mijzelf deze tekst niet gelijk hardop en in paarse schreeuwletters hoor uitspreken, komt ‘ie in de breedste zin van het woord best dicht in de buurt bij mijn werkelijkheid.
Het is en blijft vermakelijk en ook zeker wonderlijk om foto’s van je eigen huis, je gezin en zeker ook jezelf terug te zien in een woonmagazine. Zo pronkte ons huis in november 2016 in Vtwonen en vorig jaar rond deze tijd verscheen er een door Camilla Isaksson in mei 2015 gefotografeerde reportage van ons huis in het Zweedse interieurmagazine ‘Hus & Hem’.
Deze foto’s van Camilla zijn – met de slijtplekken uit de vloer gePhotoshopt – ook gebruikt voor de reportage in Living & More, de door mij aangeleverde tekst is vrij vertaald vanuit het Engels naar het Zweeds en van daaruit nog vrijelijker naar het Duits. Door de redactie zijn een aantal fraaie waardeoordelen en amusante oneliners aan het artikel toegevoegd, hoe vermakelijk. En kijk eens hoe glücklich ik de bloemen in de vaas schik. ; -)
Vooral vermakelijk vind ik het om te zien hoe de inrichting en de indeling van ons huis zijn veranderd in de afgelopen twee jaar. Hierboven de verzameling van de originelen van de gepubliceerde foto’s. Zoek de verschillen!
Och wat was het een heerlijk voorjaarsweekend! Ik hou er zo van, die dagen rond half maart waarop je de lente weer heel voorzichtig voelt, hoort, ziet en ruikt.
Wij genoten met volle teugen van het zalige voorjaarsweer. Wat geeft dat alles een energie, wat word ik blij van de lente!
Twee weken geleden bezocht ik samen met een vriendinnetje Deventer. Wat een pracht van een stad; aanrader! Op de markt aldaar viel mijn oog ’s ochtends vroeg al snel op een stapel magnoliatakken van een formaat dat geen deel uitmaakt van het assortiment van mijn lievelingsbloemist . Het beeld van één van deze ferme takken met uitbundige roze bloesem pronkend in mijn grote witte vaas was de rest van de dag vrij voor in mijn hoofd aanwezig. Gevalletje kansloos. Aan het eind van de dag sleepte ik de mooiste c.q. de grootste takkenbos mee naar Leeuwarden.
Anderhalve week lang stond deze struise stronk wat *suterich in de witte vaas op de vensterbank, niks geen gepronk.
Doet ‘ie ’t of doet ‘ie ’t niet?!
Toen ik donderdagavond laat – moe en content na een zeer geslaagde Open Avond – thuiskwam, hoorde en zag ik tot mijn grote vreugde de eerste knoppen van de magnolia open ‘ploppen’. In rap tempo vulde de vensterbank zich met de viltachtige knoppen. Vrijdagochtend was de eerste roze bloesem een voorzichtig feit.
Hij doet ’t mijn magnoli – jááá! – a.
*Suterich vind ik het meest fraaie Friese woord dat ik ken. Ook omdat het in mijn beeld van de werkelijkheid met geen mogelijkheid te vertalen is in een Nederlands woord dat de lading volledig dekt. Volgens het Wurdboek fan de Fryske taal volstaat één van onderstaande vertalingen en/of een combinatie daarvan. Volgens mij nèt niet.
1. onfris, smoezelig, niet gereinigd, onverzorgd, verlept.
2. haveloos, armoedig, verwaarloosd.
3. er ongezond uitziend.
4. slecht, ongunstig.
5. onaangenaam, buiïg, nat en koud (van het weer).
Silvijn sliep tot voor kort nog in zijn kleine knusse bedje, ook mijn kinderbedje. Dit enerzijds omdat ik nogal gehecht was aan het mooie plaatje en ook heimelijk aan het bijbehorende sentiment. Anderzijds omdat we het niet gemakkelijk vonden HET grote bed – keuzes, keuzes – voor hem te vinden.
Uiteindelijk kozen we voor het daybed uit de woodcollectie van Oliver Furniture. Behalve dat we het ontwerp erg mooi vinden, vielen we ook voor het vakmanschap, de eerlijke productie(keten) en het duurzame karakter. Zo kan het bed door middel van een uitbreidingsset op den duur omgebouwd worden tot een loftbed of een bunkbed (wat een pracht, ik kan naar deze plaatjes blíjven kijken!).
Het ronde houten tonnetje stond zo lang ik me kan herinneren in de voorkamer van mijn ouderlijk huis en werd ‘het barretje’ genoemd. Wat er achter de deurtjes stond? Een door mijn vader aangebroken fles jonge jenever en een fles rode wijn waar mijn moeder de eigenaresse van was. Elke avond – en zondagsochtend na de kerk – ging het barretje open, werd er een klein glaasje ingeschonken en geproost op alle mooie dingen van het leven.
Ik had het barretje uiteraard met mijn moeder meeverhuisd naar haar kamer in het verpleeghuis. Daar deed het wat beneveld dienst als opberger voor het speelgoed van Silvijn. Er bovenop stond steevast een dikke bos flowerpower in de grote Delfts blauwe vaas, net als (vroeger) thuis.
Silvijn was bij het leegruimen van Selly’s kamer vastberaden: het barretje moest en zou een plekje op zijn kamer krijgen. En zo geschiedde.
Barretje erin betekende IXXI – geen gezicht in de combinatie – eruit. Ik had al langer het idee deze muur te ‘behangen’ met de de illustraties uit Het dierenboek, een schitterend boek met de meest fraaie afbeeldingen en Silvijn z’n lievelingsboek. Ik werd oktober vorig jaar op dit idee gebracht toen ik de o zo mooie kinderkamer van het vtwonen huis op de vt wonen&design beurs door struinde.
Voorzichtig maakte ik op een grijze donderdagmiddag in de kerstvakantie een klein beginnetje met het stuk voor stuk lostornen van de bladzijden uit het boek. In zijn totaliteit een flinke klus waarbij geduld en precisie geboden zijn. Toen Silvijn mijn bezigheid in de gaten kreeg, “Mama, wat doé jíj nóú?!”, zette hij het op een hartverscheurend brullen en stortte zich theatraal ter aarde. Oi, oi, oi, gevalletje grove inschattingsfout. Sorry, sorry, sorry Silvijn. Ik schoof de bladzijden beschaamd en ietwat knullig terug op hun plaats en samen lazen we onder het genot van een groot glas appelsap en een royaal bepoedersuikerde oliebol voor de zoveelste keer Het dierenboek. Die avond bestelde ik als de bliksem een tweede exemplaar.
Enkele dagen later en een tweede onder supervisie van Silvijn uit elkaar getornd dierenboek rijker, zochten we samen de mooiste platen – geen doen, ze zijn alle prachtig – uit en hingen deze met dubbelzijdig plakband aan de muur. Silvijn zocht uit zijn plastic dierencollectie zoveel mogelijk bijpassende exemplaren en gaf ze een mooi plekje op het barretje. De niet matchende beesten mochten achter de deurtjes, “hup, in hun hok”.
Silvijn is wijs met zijn nieuwe bed. Als we ‘m even niet horen, weten we onderhand dat ‘ie heerlijk onder z’n dekbed is gekropen om “eventjes uit te rusten”. Ik ben er inmiddels flink aan gehecht om eventjes tegen Silvijn z’n warme lijfje aan te kruipen als ik hem ’s ochtends vroeg wakker maak. Zó knus dit grote bed!
De weken na de voor mij zo lege en lusteloze kerstvakantie razen hier goed gevuld en energiek voorbij. Wat vind ik het fijn om weer aan het werk te zijn. Mijn agenda is in deze tijd allereerst rijkelijk gevuld met werkgerelateerde zaken. Ik werkte de afgelopen weken lange dagen en evenzoveel dikke avonden. Vooral de voorlichtingscampagne houdt mij in januari stevig in de greep. Zó enorm leuk. Wel flink intensief. Misschien precies wat ik nu even nodig heb.
Afgelopen woensdagmiddag kregen we bezoek van een journaliste en fotografe van de NDC mediagroep. Zij maakten een reportage over ons huis en interieur voor het magazine ‘WONEN & CO’. Binnenkort verschijnt deze in de zaterdagbijlage van de Leeuwarder Courant en het Nieuwsblad van het Noorden. Ik heb wel vijf keer op het punt gestaan af te bellen: “help, wat een gedoe en wat doe ik mezelf toch aan?!”
Want heus maak je geen illusies; ons huis ziet er na weken zoals hierboven beschreven – en met een schoonmaakster die sinds december ziek is – niet helemáál zo uit als op de foto’s. En dat is dan een pittig understatement. Dus vloog ik afgelopen weekend als een malle met de stofzuiger, dweil, natte lappen, sponzen en emmers vol sop door het huis, schoof met spullen heen en weer, keerde de keuken binnenstebuiten, kieperde de grootste rotzooi achter deuren, in dozen, kasten, manden, de wasmachine, zakken voor de kringkoop en de grijze container, deed de inmiddels flink verpieterde narcissen – ze stonden wél twee weken! – in de groene kliko, vulde de potjes, vazen en bakjes met voorjaarsbollen en de vazen met tulpen en hyacinten. Zo, dat schoont lekker op.
Vanochtend plukte ik een kleurig boeket bij elkaar bij mijn lievelingsbloemist en kon enkele potjes met lentebollen (gele narcissen, witte druifjes en roze hyacinten) niet weerstaan. Het voorjaar is veruit mijn favoriete seizoen en ik kan – alvast – wel een klein beetje lente gebruiken.
Dat voelde mijn bloemist – hij is niet voor niets mijn lievelings – klaarblijkelijk voortreffelijk aan want hij bracht een tray met 10 bakjes bloeiende narcissen achter mij aan naar mijn auto en zette ze in de kofferbak. “Hier, neem maar mee!”, luidde zijn begeleidende tekst. Och, wat een heerlijk cadeautje. Ik kan van zoiets zó ontzettend blij worden. Dikke dank je wel voor deze tray vol lente Piet!
En wat doe je dan met 10 potjes bloeiende Tête à Tête narcissen? Ik knipte bij vijf van de potjes de bloemen net boven de bol af en vulde daarmee zo goed als alle vaasjes, vazen en flessen – en alles wat daar op lijkt – die ik hier in huis kon vinden. Drie potjes deed ik bij elkaar in de Chinese schaal en er belandden twee potjes ieder in een eigen vaas. Kijk nou: ik kreeg de lente cadeau, wat fijn!
De afgeknipte bollen gaan binnenkort de tuin in en mogen ter zijner tijd het volgende voorjaar aankondigen. Lang leve de lente!
Vorig jaar in de herfstvakantie verhuisden we Silvijn, toen bijna drie, met bedje en commode van zijn babykamertje naar mijn voormalige werkkamer die we voorafgaand aan de – vice versa verhuizing – stapsgewijs transformeerden tot peuterkamer.
Het fotobehang van de ‘grote wereldkaart’ pronkte al aan de muur van mijn werkkamer. Al ver voordat we dit huis kochten, bemachtigde ik deze wereldkaart. Ik studeerde ooit aardrijkskunde, zag dit fotobehang ergens in een blaadje en moest en zou diezelfde kaart op de wand van mijn werkkamer in ons nieuwe huis. Het opplakken van het gevaarte – 277 cm bij 188 cm in 4 losse stickers, ik geef het je te doen in een huis dat flink uit het lood staat – op de muur van mijn werkkamer in wording was één van de eerste klussen in ons nieuwe huis waar ik, toen ‘ie eindelijk een soort van recht hing, flink blij van werd. Die wereldkaart waarop we met vlaggetjes de landen en de steden markeren die we hebben bezocht, moest natuurlijk blijven hangen.
Toen ik al flink wat weken zwanger was van Silvijn herinnerde mijn vader zich dat mijn kinderbedje vermoedelijk nog op het zoldertje van mijn ouderlijk huis stond. Met gevaar voor eigen buik beklom ik destijds de gammele ladder en tot mijn grote blijdschap stond daar, een dikke 35 jaar lang keurig bewaard en verpakt in grijze vuilniszakken, mijn inmiddels flink vergeelde maar nog altijd puntgave knusse bedje. Ik sjouwde het gevaarte stante pede mee naar huis en pimpte het nog diezelfde dag in de frisse witte verf (uiteraard op waterbasis). De daarop volgende dagen struinde ik geestdriftig door mijn babyfotoboeken op zoek naar een foto van de bijpassende – helaas wijlen – commode en ging evenzo fanatiek via Marktplaats op zoek naar een identiek exemplaar. Een aantal dagen later was het bingo. In een slordige terra cotta uitvoering en in Tilburg weliswaar maar dat mocht de pret – aangewakkerd door hordes gierende zwangerschapshormonen – in zijn geheel niet drukken. 500 kilometer, 6 uur rijden, een rol schuurpapier en een pot frisse witte verf verder stond het perfecte plaatje uit mijn hoofd toch maar mooi te zijn in de toekomstige babykamer.
Het bedje en de commode verhuisden vorig jaar mee naar de peuterkamer en kregen beide een plekje voor de grote wereldkaart (waaruit de in het zuidelijk halfrond geprikte vlaggetjes verdwenen nadat Silvijn als een malle met deze spelden in zijn kleine handjes grote gaten prikte in Australië en Nieuw-Zeeland, we wilden graag erger voorkomen).
Silvijn is inmiddels vier en heeft de één meter tien ruimschoots aangetikt. Met pijn in mijn hart – ik word met de dag sentimenteler lijkt het wel – vervang ik komend weekend ons knusse bedje door een groter exemplaar. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dit moment zo lang mogelijk uit heb proberen te stellen. En al mijn argumenten – “Silvijn slaapt er immers heerlijk in (door)”! “Kijk nou hoe lekker knus met z’n beentjes zo omhoog”. “Wat hebben we een heerlijke slaper, hè, ik snap dat wel met zo’n fijn bedje”. “Hij past er nog met gemak in, zie je!”. “Ach kijk nou hoe mooi dat bedje zo”. “Welk groot bed moeten we in vredesnaam kopen dan, ík weet het niet”! – ten spijt, moet ik eerlijk bekennen dat Silvijn zijn bedje oprecht volledig is ontgroeid, arme kleuter.
Gelukkig krijgt het bedje de komende jaren een mooi plekje in de logeerkamer van een vriendin en oma in spe. Daarna verpak ik ‘m zorgvuldig in grijze vuilniszakken, stal ik ‘m met alle liefde en hoop ik dat ‘ie over een flink aantal jaren, met gevaar voor eigen buik, wederom vrolijk van ons zoldertje wordt gesjouwd.
Wil je meer lezen over de peuterkamer van Silvijn? Dat kan. Ik mocht er eerder dit jaar een artikel over schrijven op de blogs vanLiveLoudGirlen Distination nursery.
De afgelopen jaren maakte ik op de kortste dag van het jaar een foto van ons huis bij kaarslicht op het moment van de vroeg invallende schemering, zo even na vieren. Ik vind dit moment op de kortste dag van het jaar iets magisch hebben.
Meestal valt de kortste dag van het jaar midden in mijn kerstvakantie. Dit jaar niet en vierden we op het genoemde fotomoment het eerste ‘schoolkerstfeest’ van Silvijn. We genoten van een zingende en dansende Silvijn op het podium van een van de prachtigste kerken van Leeuwarden. Evenzo magisch.
Ik kon het in de loop van de avond toch niet laten de kaarsjes en lichtjes aan te steken en volgens traditie de ‘kortste dag van het jaar foto’ te schieten. Weliswaar een paar uur later dan gebruikelijk maar wat mij betreft niet minder betoverend.
Het moet begin november zijn geweest, Silvijn en ik struinden op onze vrije woensdag door de HEMA op zoek naar het tompoesversierfestijn. Bij het uitstappen van de lift (wij slaan geen lift over), zagen we dat de eerste kerstmeuk – al was het de normaalste zaak van de wereld – in de schappen werd geladen. Ik schreef al dat het begin november was, toch? Silvijn sloeg dit tafereel van een klein afstandje gade en sprintte op het moment dat de HEMA medewerkster een doos vol felgekleurde pieken opende om in het schap te leggen als een malle op haar af en griste een ‘ôfgryslik’ kitscherige piek (glimmend, glanzend en in alle kleuren van de regenboog) nog net niet uit de handen van de ietwat verbouwereerde mevrouw, rende met de piek in beide handen geklemd op mij af en riep: “Kijk nou mama déze! Deze vind ik zó mooi! En jij ook! Deze móéten we hebben op onze kerstboom.” (Om zijn statements kracht bij te zetten eindigt een tekst als deze steevast met: )”Heus!” We waren het eens dus twee en halve euro lichter en een prachtpiek rijker.
Vrijdagavond vierden we Sinterklaas met familie. Wat een heerlijk avondje en wat werden we verwend. Dank U Sinterklaasje! Zaterdag speelde Silvijn vol overgave met zijn houten trein – waarvoor hij van Sinterklaas een uitbreidingsset kreeg – zijn knikkerbaan, kassa en winkelspulletjes. (Bij ons in de schuur staat al minstens 6 weken een te pimpen houten winkeltje, uiteraard voor een prikje gescoord op Marktplaats. Het pimpproces vertoont vrij veel overeenkomsten met dat van het project garage -DIY. Komend weekend maak ik het af, heus.)
Zaterdagmiddag kocht ik een kerstboom voor mijn moeder en versierde de boom en haar kamer, onder begeleiding van een CD met Sinterklaasliedjes, in kerstsfeer. “Prachtig”, wist mijn moeder uit te brengen. Ik zag en voelde dat het goed was.
Bij thuiskomst verwijderde ik eindelijk de versiering van Silvijn’s verjaardag en vond het daarna zo kaal en leeg in huis dat ik – totaal tegen de na 5 december traditie in die hier in huis geldt – toch het onderwerp kerstboom opperde. Morgen graag. Zondag stonden we dus (;-)) tussen honderden kerstbomen in de Praxis. Silvijn z’n voorkeur was vrij snel duidelijk, die wilde “een joekel”. Na zevenenzestig kerstbomen kritisch te hebben gedraaid, van alle kanten bekeken en bevoeld kochten we uiteindelijk een ietwat bescheidener exemplaar. Bij thuiskomst blijkt het dan áltijd tóch nèt de verkeerde. Zo ook deze keer. Tè bescheiden en een met een kale, rare kruin aan de onderkant. Boe!
In mijn kerstballenbak zitten nog altijd de kerstballen die ik kocht tijdens mijn studententijd. Toentertijd (25 jaar geleden, help!) bemachtigde ik de meest goedkope – en dientengevolge meest lelijke – kerstballen bij de Wibra en verpakte deze in verschillende kleuren crêpepapier. Strikje erom en klaar. Tot vorig jaar pronkten deze kadootjeballen, zoals Silvijn ze noemt, naast de kleurrijke exemplaren die ik de afgelopen jaren bij elkaar scharrelde in onze kerstboom. Op het moment dat we DE piek bij de HEMA scoorden, zag ik al dat er in het zelfde genre allerlei gave kerstballen in de nog uit te pakken dozen blonken. Ik zette ze rap op mijn verlanglijstje voor Sinterklaas en werd vrijdagavond rijkelijk bedeeld. Dank U Sinterklaasje!
Zondagmiddag versierden Silvijn en ik samen de kerstboom. Silvijn opende vol overgave de doosjes met de glimmende nieuwe kerstballen waarmee er pardoes een doosje met 8 ballen sneuvelde – “Oeps, ongelukje, kan gebeuren toch?! Heus!” -, hing vervolgens vol passie alle kerstballen voor- en onderin de boom (hij leek hierdoor nog een dikkere kruin te hebben) en herinnerde zich toen DE piek. Ja, DE piek; het is ook zo! Eens even kijken waar die was gebleven. We doorzochten alle mogelijk geschikte piek opberg plekken. Groot was de teleurstelling toen we DE piek nergens maar dan ook echt helemaal nergens meer konden vinden.
Uiteindelijk kon DE verdwenen piek de pret niet helemaal drukken en hingen we alle overgebleven ballen – ook boven en achter – in de boom. Toen we ‘m van een afstandje bekeken vond Silvijn ‘m “schitterend mooi”. Wel benadrukte hij dat De piek toch echt op onze kerstboom moet. “Heus!” Ook hierover waren we het over eens. De ouwe trouwe piek had geen schijn van kans en belandde tussen de kadootjeballen in de kerstballenbak. De boom stond rijkelijk versierd maar met een ietwat sneue kale top te glimmen in onze voorkamer. Ik duimde dat er nog een exemplaar in het kerstballenschap van de HEMA op ons lag te wachten. Vanochtend voordat ik Silvijn van school ophaalde zag ik tot mijn grote opluchting nog één piek liggen. Wederom tweeënhalve euro lichter en nu wel DE piek op de top van onze kerstboom rijker. (Heus!)
Als ik een bucketlist zou hebben, dan stond daar ergens tussen nummer 9 en 12: een binnenkijker in de vtwonen op. Sinds ik me kan herinneren verslind ik woonbladen. Stápels bewaar ik in dozen en achter in kasten. Op druilerige dagen blader ik wat weemoedig maar met genoegen door jaargangen van weleer. De binnenkijkers zijn absoluut favoriet. Vtwonen is, sinds de 101woonideeën ter ziele is, mijn lievelings.
Toen we dit huis 8 jaar geleden kochten, was het, zacht uitgedrukt, verre van vtwonen waardig. Tijdens de oneindige klusweekenden en -avonden mijmerde ik stiekem over ons huis – als het dan óóit een keer helemaal af zou zijn, waarschijnlijk in het jaar 2034 – als in een binnenkijker in deze woonglossy. Hoewel ik altijd heb gedacht dat het bij dromen zou blijven – want hoe dan? – heeft deze gedachte de ergste klusweekenden -en avonden een wel klein beetje draaglijker gemaakt.
Twee jaar geleden ontdekte ik Instagram. Urenlang struinde ik van het ene interieuraccount naar het andere. Zóveel binnenkijkers bij elkaar; er ging een hele nieuwe wereld voor me open. Schoorvoetend trok ik in het najaar van 2014 naar mijn idee de stoute schoenen aan – ik ben niet zo extravert aangelegd en dat is een understatement – en startte ik met het posten van foto’s van ons interieur.
Een klein half jaar later zat er in mijn inbox een bericht van @rufftochssot met de vraag of ik mee wilde werken aan een binnenkijker. Wat? Ik kon het bijna niet geloven. Het was heus waar. In opdracht van het Zweedse magazine Hus & Hemkwam Camilla Isaksson in mei 2015 interieurfoto’s bij ons schieten, een klein jaar later volgde deze publicatie in het woonmagazine. Het blaadje pronkt op het tijdschriftenrek in onze grote kast, naast de publicatie in hetArtifacts magazine. Ons huis in de magazines, hoe leuk!
Vorig jaar rond deze tijd werd ik via Instagram benaderd door Carolien Manning en Jantsje Klazinga met dezelfde vraag. Afgelopen zomer schoten zij ‘real-life’ plaatjes in ons huis; wat een happening! Silvijn – die het liefst uitgebreid poserend op iedere foto wilde – heeft het er nog vaak over. Hoe te gek was even later het bericht dat vtwonen de foto’s als binnenkijker wilde publiceren. “Nee?” “Ja!” Ik vertrouwde het pas op het moment dat Seline Steba belde voor het maken van een afspraak voor het begeleidende interview.
Vanmiddag viel het decembernummer van vtwonen met binnenkijkspecial bij ons in de brievenbus. Hoewel ik alle gepubliceerde foto’s en nog heel veel meer geweldige plaatjes – vooral van Silvijn – al een tijdje in mijn bezit heb en het artikel al had gezien en gelezen, durfde ik het blad bijna niet uit het plastic te halen. Hoe spannend! Gek hoor om je eigen huis (en vooral mezelf) op het glossy papier te bekijken. Maar ohw wat vind ik het een leuk artikel geworden. Op het pronkrek ermee!
Dikke dank je wel Carolien, Jantsje en Seline voor een geweldige shoot, een tof interview, de meest prachtige foto’s en een te gekke binnenkijker in de vtwonen!
Eén van de voordelen van werken in het onderwijs is toch wel die heerlijke vakantie zo ongeveer om de zeven weken. Een van de nadelen is dat de vakantie mij nooit goed uitkomt omdat het werk nog lang niet af is. Zo ook nu. En daarbij lijkt het nog zo kort geleden dat de zomervakantie ten einde kwam. Herfstvakantie, nu al(weer)?
Ja!
Heerlijk een weekje aanrommelen, prutsen en frutselen. Niet gewekt worden door het geluid van de wekker om 06.00 uur, mooi samen op pad met Silvijn, lekker vaak naar oma Selly, ongegeneerd series kijken (we verslinden Orange is the new black) en onbeschroomd bijkletsen, bijshoppen en bijwijnen met allerlei lieve mensen. Hoe fijn!
De herfstpret begon met het plukken van dikke herfstboeketten bij mijn favoriete bloemist. Een voor mij, een voor mams. Een dikke hoera voor deze herfstvakantie. Ik heb er zin in!
Op de laatste zaterdag van september nam ik deze foto. Onze entree werd die middag door het frisse licht flink in het zonnetje gezet. Ook de geur van een vleugje herfst deed me terugdenken aan het vroege najaar van 2007. Remon en ik stonden een beetje nerveus voor deze voordeur van dit huis aan het Emmaplein in Leeuwarden. Het huis uit 1911, dat ik sinds mijn jeugd bewonder – ik groeide op in deze buurt-, stond te koop en wij gingen het bezichtigen. Ik keek destijds naar de framboos kleurige glas in lood ramen, de bewerkte voordeur (toen nog beige) en de stenen brievenbus in de muur. Ik trok aan de knop van de bel en spiekte voorzichtig door het luikje in de voordeur naar binnen. Mijn hart maakte een sprongetje toen ik de marmeren vloer, de met geel glas omlijste vestibuledeuren en de bewerkte trapleuning opmerkte. Allemaal nog in de originele staat, wat een fijne binnenkomer!
Om een tamelijk lang en vrij ingewikkeld verhaal kort te maken: we kochten – een aantal bezichtigingen verder en een hoop gepieker, gereken en gepingel later – het zeer gedateerde huis. We sloopten al het lelijks eruit, verfden de hele basis – uitgevoerd in 50 tinten bruin en beige – wit en klusten het in de loop van de jaren om tot een fris, vrolijk en kleurrijk thuis. Zo ook de binnenkomer.
De originele bouwtekening van het huis speurden we via het gemeentearchief op en pronkt in een lijstje in de vestibule. Hier parkeren we sleutels, jassen, schoenen en tassen. De voordeur verfde ik passend bij de glas in lood ramen ‘framboos’. De muren, de vloer en al het houtwerk lakten we witter dan wit. De vloerbedekking op de trap is een gevalletje compromis. Die trap moe(s)t vanzelf ook wit. Op klusavond 176 prutste ik met een plamuurmes centimeter voor centimeter de lijmresten van de vorige lagen vloerbedekking van één enkele traptrede. Op klusavond 177 met nog 35,9 traptreden voor de boeg, gaf ik het op en besloot ik dat knalrode vloerbedekking minstens zo geraffineerd staat als een strak wit gelakte trap. Ik had bijna gelijk. (Ook) De dikke radiator is mij sinds dag één een doorn in het oog. Ik ben naarstig op zoek naar een wat eleganter exemplaar, tot nu toe zonder deugdelijk resultaat. Een bult planten camoufleert het logge monster (ietwat).
In de 8 meter lange hal zijn er deuren naar de voorkamer en de achterkamer, de kelder(kast) en het toilet. Op de lange muur van de hal ontstond in verschillende witte lijstjes onze ‘wall of precious memories’.
De bel naast het toilet hing in mijn ouderlijk huis op exact dezelfde plek. Het geluid tovert keer op keer een glimlach op mijn gezicht. Deze herinnert mij aan mijn moeder die niet langs de bel kon lopen zonder er een flinke zwieper aan te geven. Hier gebeurt precies hetzelfde.
Ik vind onze entree in de namiddag, vooral als de zon schijnt, op zijn mooist. Het zonlicht valt dan door de ramen in en rond de voordeur en het gele glas naar binnen en licht de hele hal goudkleurig op, een fijne binnenkomer.
Ik vind ze een cadeautje die warme en zonnige septemberdagen. Je ruikt en ziet de herfst en ondertussen voelt het nog heel subtiel als zomer. Ik houd ervan; wat wàs het heerlijk weer dit weekend, deze zwoele nazomer kan mij niet lang genoeg duren.
Ik twijfelde heimelijk over een bezoekje aan het, volgens mij o zo gave, Snorfestival. Het leek mij uiteindelijk – na een week van rennen, vliegen en veel van huis, – beter om niet weer op pad te gaan en fijn in de buurt van thuis en familie te blijven.
Zaterdag haalden we groente en fruit bij de Streekboer, deden we een rondje stad en lunchten bij mijn vriendinnetje op het terras van haar Bagels & Beans, *plukte ik bloemen bij mijn favoriete bloemist, bracht ik een dikke bos bij mam en zaterdagavond kletste en wijnde ik, eveneens op het terras – en met blote benen! -, heerlijk bij met vriendinnetjes. Vandaag scharrelden we in het zonnetje door de tuin en oogsten bramen, druiven en de laatste bietjes, aardbeien en tomaten van deze zomer.
*Zaterdagmiddag haalde ik bloemen bij mijn bloemist, een wekelijks terugkerende klus die ik met alle liefde klaar. De bloemen die ik mooi vind, mag ik zelf uit de emmertjes pakken. “Bloemen pukken” (geweldig!) noemt mijn bloemist dat. “Pluk maar raak”, was zijn devies ook deze zaterdag. Door het fraaie weer had ik nog helemaal geen trek in een bos herfsttinten; ik plukte wel zomerse knalkleuren. Septemberzon en zelf geplukte bloemen, wat een fijne combi!
Late summer sun & self picked flowers (at my florist).
Ooit is hier via een Marktplaats aankoop – drie bigshoppers vol speelgoed van een bepaald merk voor een habbekrats – een reusachtige plastic garage beland. Een kolossaal exemplaar uitgevoerd in glimmend geel, rood, blauw en groen. Zo eentje waar ik een beetje misselijk van word wanneer ik er langer dan 10 seconden naar kijk. Zo’n onmogelijk geval waar je niet omheen kunt en van een formaat dat met geen mogelijkheid in een kast, mand of zak op te bergen is. Waarvan alle toeters en bellen gaan rinkelen als je toch heel hard je best doet om het ding achter een deurtje – uit het zicht graag – in een kast te proppen. En waarvan de kakofonie aan geluiden vervolgens niet meer te stoppen is. Zo eentje dus. Mij een doorn in het oog, Silvijn z’n lievelings.
Nu wil het toeval dat bij de laatste in-de-kast-prop-actie de garage niet geheel ongeschonden uit de strijd is gekomen. De ultieme aanleiding voor mij om op zoek te gaan naar een beschaafd exemplaar. Ik struinde Marktplaats af op ‘houten garage speelgoed’. Op dag 3 had ik binnen de straal van 5 kilometer beet. Ik bood 7,50. Mijn bod werd zonder tegenvoorstel vrolijk geaccepteerd (shoot, toch teveel geboden!). Ik haalde hier in de buurt een strakke houten garage op, weliswaar flink bekrast en beschadigd maar niet erg. Kwestie van doorheen kijken – ik had immers een plan.
Silvijn speelde de eerste avond vol overgave met zijn nieuwe garage en prees het exemplaar voor het slapen gaan de hemel in. Vooral de omhoog te draaien lift was “schitterend”. Fijn, het ding was goedgekeurd. Nu nog even pimpen en klaar. Diezelfde avond begon ik fanatiek met schoonmaken, schuren, ontvetten en gronden. Zo, dat schoot lekker op.
Met tanend enthousiasme vervolgde ik het project: ontvetten, gronden, schuren, ontvetten, eerste laklaag, schuren, ontvetten, tweede laklaag, schuren, ontvetten, tweede laklaag, druipers wegschuren en bijverven, verf van draaiwieltje schuren, verf van touw schuren, verf van lift schuren, verf van liftmechanisme schuren, verf van (…). Note to self: niets is even. Nooit niet (je weet toch)! De garage belandde onder de tafel in de werkkamer en werd een paar weken met rust gelaten.
Het project garage werd weer aantrekkelijk toen ik bij de Action legio mogelijkheden voor de finishing touch zag. Wat hebben ze daar – als je heel goed kijkt – toch veel leuke spullen. Ik kocht er stickers met (retro)afbeeldingen van vervoersmiddelen, matjes met zwart glimmende mozaïek steentjes, een scrapbook met letters en pijlen, een klos zwart-wit touw en een pakketje letters, cijfers en figuren die ik zwart stiftte met permanent marker. Ik prutste en priegelde de hierboven genoemde frutsels heerlijk ontspannen en zorgvuldig op en in de garage.
Ik blij, Sil blij.
Zonderag 19 september sta ik, samen met een vriendin, op Supervlooi. Als je 7,50 biedt, wordt je bod vrolijk en zonder tegenvoorstel geaccepteerd en is ‘ie van jou.
Al dit zondagse plukgeluk – als ik later groot ben, wil ik bloemenplukker worden – zette ik diezelfde avond in glazen weckpotjes en flessen. Alle echte vazen waren immers al gevuld met het plukgeluk van vrijdag en ook de omgeving was in deze categorie al rijkelijk bedeeld.
Wat kan ik daar toch van genieten: frutselen en frullen met bloemen en vaasjes en dan de lekker hele wereld om mij heen vergeten. Een hoge notering in mijn lievelingstop-10 en mede mogelijk gemaakt door flink wat weken zomervakantie. Uit de arm vol sorteerde ik de bloemen op kleur, vorm en lengte en zette combinaties bij elkaar in de flesjes en potjes.
De flesjes kwam ik ooit bij IKEA tegen. De weckpotten kocht ik onlangs – want het maken van jam van bramen uit eigen tuin staat hoog op de zomervakantie-to-do-list (note to self: opschieten) – in de sale bij Xenos. De mini weckpotten, vier in een verpakking voor een habbekrats, kon ik niet bij Action in het schap laten staan.
Afgelopen vrijdag brachten Silvijn en ik een bezoekje aan De Dorpstún, ik schreef daar hieral eerder over. Zondag fietsen we er aan het eind van de middag – we zagen de zon! – gedrieën nog een keer naartoe.
We sopten door de glibberige klei, plukten de meest geweldige bloemen, kochten kromme komkommers, sappige pruimen en grote bruine eieren. Alles heerlijk eerlijk biologisch. Ondertussen genoot ik ook van Silvijn en maakte wat foto’s. Thuis priegelde ik al het plukgeluk zorgvuldig in de vaas.
Wezenlijk om mijn gedachten en gevoel een heel klein beetje af leiden. Met mijn hoofd en mijn hart ben ik voortdurend bij mijn allerliefste mama. Haar gezondheidstoestand is op dit moment zeer zorgelijk. De laatste fase van de ziekte van Alzheimer heeft haar uiteindelijk dan toch te pakken gekregen. Dat betekent dat de laatste en definitieve fase van afscheid nemen is aangebroken. Dit maakt mij immens verdrietig. Ik wil graag zo veel en zo vaak mogelijk zo dicht mogelijk bij haar zijn en koesteren. Ondertussen geniet ik zo intens mogelijk van haar warmte, nabijheid en alle momenten van contact, hoe klein en teer soms ook.
De geur van lathyrus brengt me in gedachten terug naar de achtertuin van mijn ouderlijk huis waar de lathyrus in augustus rijkelijk tegen de schuur opkroop. Mijn moeder plukte de lathyrus, liet ze mij ruiken – “héérlijk” – en priegelde het plukgeluk zorgvuldig in de vaas.
Dahlia’s zijn denk ik mijn lievelingsbloemen (of zijn het toch ranonkels? Roze lelies? Hyacinten? Lathyrus?). Ik vind de verschillende vormen en de kleuren van de Dahlia schitterend. Tot vorig jaar kocht ik mijn favorieten bij kwekerij Mariënburg, de authentieke stadskwekerij hier om de hoek. De prachtigste exemplaren werden door de eigenaresse regelrecht en eigenhandig van het land geplukt.
Wat was het altijd een pretje om naar de kwekerij te gaan. Ik kwam er altijd zó (kinderlijk) blij vandaan met twee dikke bossen voor 5 euro in mijn fietstas of onderin de wagen van Silvijn. En dan zo snel mogelijk naar huis, het papier van de bloemen scheuren, de buit van dichtbij bekijken – welke heb ik deze keer? -, sorteren, stelen en bladeren knippen, in vazen zetten, een mooi plekje zoeken en dan stilletjes van een afstandje kijken en zien dat het klopt. Het zijn inderdaad de kleine dingen.
Helaas heeft deze kwekerij in juni de deuren gesloten. Wat jammer, wat eeuwig zonde. Zolang ik me kan herinneren kochten we – ook mijn ouders – hier onze bloemen.
Deze Dahlia’s haalde ik gisteren ietwat weemoedig op de vrijdagmarkt. Lang niet zo’n happening als een bezoekje aan de stadskwekerij, toch zijn de bloemen er niet minder mooi om. Ook niet van een afstandje. Wat fijn, weer Dahlia’s in huis. Ik word er blij van.
Afgelopen schooljaar werkte ik niet op de dinsdag. Eigenlijk heb ik een baan waarbij het gevoel overheerst dat ik geen dag echt vrij kan zijn: er is zóveel (vooral leuks) te doen en het werk is nooit af. Toch wil ik één doordeweekse dag bij Silvijn zijn, in ieder geval totdat hij in november 2016 naar school gaat (stop de tijd!). De dinsdag is van ons en als het even kan, trekken we er samen op uit.
Afgelopen dinsdag was het (relatief) fijn weer en stapten we op de fiets richting Snakkerburen, een klein dorpje 10 minuten ten noorden van Leeuwarden. Bestemming? De Doarpstún. Onderweg stopten we bij een grote witte mama zwaan met zes kleine grijze wollige babyzwaantjes. Wat een mooi tafereeltje. “Sá skattich”, aldus Silvijn die op de gekste momenten feilloos overschakelt van het Nederlands in het Frysk (dat hij leert op de kinderopvang).
De Doarpstún Snakkerbuorren is een gemeenschappelijke biologische moes-, bloemen-, beleef- , pluk- en theatertuin. De tuin en de winkel, waar je de verschillende producten kunt kopen, worden onderhouden door vrijwilligers. Van de opbrengst van de verkoop, de verschillende activiteiten en de bijdrage van donateurs wordt nieuw zaad- en plantgoed ingekocht en het complex onderhouden. Hoe mooi!
We struinden de Doarpstún door op zoek naar vlinders, keken hoe de verschillende soorten groente en fruit groeien, zagen dat de bijen druk bezig waren om honing te maken en ontdekten eieren in het kippenhok.
Het állerleukste van de Dorpstún vinden we (oké, vind ik) de pluktuin. Over het hele complex groeien en bloeien allerlei soorten bloemen. Van lathyrus, rozen en leeuwenbekjes tot havikskruid, dahlia’s (mijn lievelings), zonnebloemen en nog heel veel meer geurige en kleurige exemplaren waar ik de namen niet van ken.
Uitgerust met snoei- en kleuterschaar (Silvijn nam bloemen knippen in eerste instantie wel heel letterlijk door ook daadwerkelijk alleen de bloemen van de steel te knippen) knipten we samen de mooiste en kleurrijkste bloemen – inclusief steel – tot een groot, wild en weelderig bos en betaalden daarvoor slechts 2,50. Wat een pretje!
Ik knipte de bloemen thuis op verschillende lengtes af en zette ze in een Coral-look-a-like-vaas. Wat een pracht (kijk die lathyrus in verschillende tinten roze en paars!). En lekker ruiken dat ze doen.
Lang leve onze dinsdag!
Silvijn and I visited ‘De Dorpstún’ and plucked various wild flowers.
Afgelopen week vierden we de veertiende verjaardag van Sem. Woensdag met cadeautjes en Sushi in Sem z’n lievelingsrestaurant, zaterdag thuis met lieve mensen, hapjes en drankjes. Wat hebben we een mooi verjaardagsfeestje gevierd.
Afgelopen week was het elke dag een feestje, zowel thuis als op het werk. Op school vierden we een diploma-uitreiking om nooit weer te vergeten, had ik een etentje met collega’s, genoot ik van een bruisende Communityweek en sloten we het schooljaar met leerlingen en ouders af tijdens de inmiddels traditionele eindbarbecue. Tijdens dit soort weken realiseer ik me eens te meer dat ik op een zeer bijzondere school mag werken.
Ik keek al maanden uit naar donderdagavond 7 juli. In februari al had ik kaarten weten te bemachtigen voor het – razendsnel uitverkochte – concert van één van mijn lievelingssinger-songwriters Damien Rice. Met mijn vriendinnetje Marrit genoot ik van een wel heel adembenemend mooi concert op een sprookjesachtige locatie: Paleis Soestdijk. Een betoverende musicale zomeravond om nooit meer te vergeten.
Ik laat de feestelijke vlaggetjes nog lekker een weekje hangen. Immers, aankomend weekend kunnen we voorzichtig de start van zes weken zomervakantie vieren!
De feestelijke vlaggetjes heten Cool Boys en Fresh Apple, beide 11 meter lange slingers van Engelpunt voorzien van 22 verschillende multicolour vlaggen in hippe prints. Van strepen, vliegtuigen en een armylook tot harten, bloemen en stippen.
Ik zag ze afgelopen week meerdere malen op Instagram voorbijkomen, drie verschillende mooie plaatjes van één dezelfde plant: 3 plants, 1 styling. Hoe leuk! Ik ging op onderzoek uit en kwam al snel terecht op de site van Urban Jungle Bloggers. Overenthousiast schreef ik me afgelopen dinsdag in als Urban Jungle Blogger en plakte het logo van Urban Jungle Bloggers in de widgetarea. Zó, dat was nog eens een vliegende start en het stond ook nog eens reuze kek zo op mijn nieuwe blog. Het kon geen toeval zijn dat juist nú uit mijn lievelingsplant, de Medinilla, vier grote roze bloemenkelken tevoorschijn kwamen. Ik zag ruimschoots mogelijkheden voor dit topic. In mijn hoofd stylde ik mijn Medinilla op minstens een tiental verschillende manieren, de ene keer nog fraaier, grootser en meeslepender dan de andere.
Al snel verpletterde de werkelijkheid mijn verbeeldingskracht. 1 Medinilla, 3 stylingsjune 2016 bleek een utopie met de factor tijd als voornaamste rivaal. 4 werkdagen (en avonden – gekkenhuis aan het einde van het schooljaar), 1 dag samen met een peuter van 3, mijn gezin, een huishouden, een bruiloft van een collega, familiebezoek en de zorg voor mijn lieve moeder lieten mijn Medinilla ongeschonden. Totdat Silvijn zaterdagmiddag zei: “ik ben best een beetje moe, ik denk dat ik maar lekker even ga slapen!”
De Medinilla! Ik sjouwde jassen, tassen, sjaals, schoenen, laarzen, matten, vesten, plastic zakken, paraplu’s, sokken en een verdwaalde emmer uit de hal en vestibule (hup, alles op een bultje op de trap en in de kelder) en sleepte er planten, nog meer planten en de Medinilla (inmiddels met een in het heetst van de strijd gesneuvelde kelk minder) in. Ruim een uur en minstens vijftig foto’s verder, zie hier het resultaat: 1 plant, styling number 1.
1 down, 2 to go. De Medinilla belandde op de plank boven de bank. Plantje erbij, kaarsje erbij, schaaltje eraf, potjes eraf, de boel van een afstandje kritisch bekijken, tikkeltje schuiven, afgeknapte kelk in een vaasje erbij, gele Chrysanten erbij, toch de vaas eraf (…). en halsbrekende toeren op een wiebelige stoel met een camera. Ruim een uur en minstens vijftig foto’s verder, zie hier het resultaat: 1 plant, styling number 2.
Mijn Medinilla gaat styling nummer 3 waarschijnlijk niet halen, zeker niet in juni. Nog twee weken, dan is het zomervakantie. Een nieuw Urban Jungle Bloggers topic valt tegen die tijd in mijn digitale brievenbus. Ik kijk er stiekem naar uit.
I signed up for the Urban Jungle Bloggers and tried to join the topic of juni – 1 plant, 3 stylings.
Alle leerlingen van “mijn” school slaagden vorige week in het eerste tijdvak voor hun vmbo-t-, havo- en vwo-diploma. En dat voor het tweede achtereenvolgende jaar. Wat een prestatie, wat een trots en wat een (tranen van) blijdschap. Joehoei! Zó dik verdiend: wat hebben we daar samen – team en leerlingen – hard voor gewerkt de afgelopen jaren.
En wat een bloemen kreeg ik (daarom) deze en vorige week: zonnebloemen, pioenen, rozen en een arm vol gemengde boeketten in allerlei kleuren. Dank jullie wel lieve mensen. Wat lief, wat attent.
De gemengde boeketten haalde ik uit elkaar (de groene opvullers belandden in de groene kliko, sorry not sorry) en schikte alle bloemen door elkaar in verschillende vazen en vaasjes.
Flowerpower!
Fijne zondagavond.
All our graduating students have passed their final exams during the first period. A week of pride and (tears of) joy. I received lots of flowers. Thanks al lot family and friends, how sweet, how attentive. I arranged all the flowers in different vases.
De mannen zijn vanochtend vroeg vertrokken naar de open dag van Air Base Leeuwarden. Ik blijf thuis (iets met principes). Heerlijk vind ik dat zo’n dagje omrommelen in mijn eentje. Ik deed boodschappen en draaide wat wasjes, kocht verse bloemen bij mijn favoriete bloemist, bezocht mijn moeder en schikte de nieuwe bloemen samen met een paar leftovers op de plank boven de bank (waarna ik een stoel op een tafeltje zette, daar bovenop klom en foto’s maakte – dat dus).
Home alone. Did some grocery shopping, bought fresh flowers, visited my mom and arranged the new flowers along with a few leftovers on the shelf (and then I turned a seat on a side table and climbed on top to take some pictures).
Hoe leuk, na mijn eerste bijdrage aan het blog van LiveLoudGirl, kreeg ik de vraag om een opvolger te maken als guest on the blog. Iets met een top-zoveel moest het gaan worden. Ik koos voor een item over opbergers.
LiveLoudGirl asked me to share my favorite storage bags and boxes as guest on her blog.
Top storing – according to Bea Kroeze
Sometimes it is good to know that others have a same addiction.
Do you remember Bea Kroeze from being our Guest on the Blog with her fantastic colorful photo’s? We were happy to find out that she is also a storage bag enthusiast and therefore we asked her to shares her favorites with us.
Bea’s house is full of creative storage solutions for herself and for her three year old son Silvijn. Her top choice is are the Wesco boxes. These remakes of the vintage Dutch Grandys that were used to store the bread. They are available in different sizes and colors and can obviously store much more then carbohydrates alone. In the playroom the Wesco boxes are used for pencils, stamps, clay and play sand. Tidying up is made easy by simply sliding everything in and closing the lid. Other arts and crafts items are put away neatly in the Vitra toolbox.
The storage bags by Ferm Living and House Doctor are organised by theme. The grid basket is for Lego, the triangles bag is for cars. These bags can easily be carried (or dragged) to another room by the large handles.
Silvijn’s reading books are stored in a Ferm Living wire basket. This way he can easily go through his books and place them back after reading. Coloring books and magazines in this house are stored in the Gispen magazine rack. This is such a Dutch design classic.
Soft toys are stored in the paper bags from Mon Petit Zoreol. The Panda bag is the old time favorite for doing so. On one of her last holidays to Bali, Bea found these beautiful hand painted offer baskets which are now used for Silvijn’s plastic animals.
Storage in this house is quite a colorful affair. We love the gig variety of shapes, shades and structures. Are you starting to feel the urge to get organised as well? Check out the links below to shop this look.
Op 13 januari 2016 popt er een bericht van LiveLoudGirl in het postbakje op wanneer ik – tussen de bedrijven – door mijn Instagram check. LiveLoudGirl? Dat is één van mijn lievelings Instagramaccounts. Met verbazing lees ik het bericht van Linda. Ze is dol op mijn styling en dol op de kamer van Silvijn en zou me graag een keer featuren als guestroom op haar blog, lees ik. En of ik dat zie zitten? Linda, je laat me blozen! JA, dat zie ik zitten!
(So) I proudly present myself – oké Silvijn’s room – as a guest #gotb on the blog by LiveLoudGirl.
We always love peeking into someones home. Especially when it’s an exclusive one like this.
Eight years ago, Bea Kroeze moved into a this house which was built in 1911. The interior was totally rebuilt using white for the floors and walls to make it light and clean. Color was later brought in with the furniture, accessories and toys.
Bea gets her inspiration from traveling, interior magazines, blogs, Pinterest and Instagram, where we ‘met’ her. And this beautiful double room of her son, with French doors to a balcony, so playful and light, it’s too good not to share.
Like anyone with a passion for interior styling, Bea is always changing things around, having little ‘projects’ in the house that are never truly done.
Last year, one of the projects was converting her old office space into a bed and playroom for her now 3 year old son Silvijn.
He was lucky to inherit the massive map of the world that the family uses to pin the locations that they have seen. This boy will definately become a world traveller, no doubt about it.
To create an edgy feel in the room, Bea used a wall paper on the opposite side, making is look like a semi-exposed industrial brick wall.
The furniture in this room is a mix of design and vintage. Silvijn’s cot was used for Bea as a baby and the matching dresser is a carefully selected second hand one. Bea is a fan of Stringfurniture, hence the bookcase in his room.
Silvijn’s passion for colorful toys makes this room complete. Seeing this space makes us want to join in and play all day!
Ons huis in het Zweedse interieur magazine Hus och Hem, 5de editie 2016.
Our home featured in the 5ht edition 2016 of the Swedish interior magazine Hus och Hem. Photocredits: Camilla Isaksson.
Veckans hem: Färgstarka designfynd och krispigt vitt
Under alla lager av färg, tapeter och gamla plastmattor dolde sig en pärla från 1911. Nu bildar det luftiga radhuset en krispigt vit fond för Beas färgstarka designfynd. Av Camilla Isaksson (text och foto)
Redan som liten förälskade sig Bea Kroeze i det vackra radhuset från 1911, som låg nära hennes barndomshem i Leeuwarden i Nederländerna. För sju år sedan blev huset till salu och Bea och hennes man Remon bestämde sig för att slå till. Till skillnad från många av grannhusen, som genomgått stora renoveringar, fanns den ursprungliga interiören kvar.
– Till vår stora glädje var allt gammalt bevarat. Den generösa takhöjden, rummen i fil, den glasade verandan, de svarvade träräckena, granitgolvet i hallen, de vackra dörrarna, de blyinfattade fönstren, ja, till och med ytterdörren är original, berättar Bea.
Samtidigt var huset mörkt och ruggigt och i stort behov av att rustas upp. För att hålla kostnaderna nere gjorde Bea och Remon allt själva – förutom att putsa väggarna och bygga nytt badrum. Renoveringen var ett jättejobb, inte minst att måla alla snickerier och 180 kvadratmeter golv vita.
Tillsammans med de stora fönstren gör de vita golven, taken och väggarna att hemmet numera är ljust och luftigt. Den färgglada inredningen lyser upp det krispigt vita.
– Vårt hem är färgglatt och fräscht. Jag har alltid älskat färger och haft mycket färg i mina tidigare boenden. Här blandas second hand och loppisfynd med nya saker. Och fräscha blommor efter säsong är ett måste, jag köper blommor varje vecka året om.
Den lila ytterdörren till Beas och Remons radhus överraskar och ger ett glatt och välkomnande intryck.
I den långsmala hallen med sin röda trappa har Bea samlat tavlor till en minnesvägg. I slutet av korridoren ligger det lilla köket.
Matrummet ligger centralt mellan vardagsrummet och den inglasade verandan. De röda stolarna från Gispen köpte Bea för 15 år sedan, för ett gage hon fått för att skriva en bok. Det stora vita skåpet är tillverkat av samma möbelsnickare som gjort matbordet.
Matrummet ligger i fil med vardagsrummet. Gungstolen från Eames står strategiskt placerad vid kaminen där det står en vas av märket Pols Potten. Spegel “Ung Drill” från Ikea.
Vardagsrummet badar i ljuset som flödar in genom de höga, gardinlösa fönstren. Den lila fåtöljen “Big Tulip Chair” är ett second hand-fynd som Bea klätt om. Den svarta skinnsoffan är ett fynd från Ebay. Soffbord från Zuiver och Hay (med handtag), och svartvit kudde från Ikea
Den inglasade verandan ligger i direkt anslutning till gården. På somrarna står dörrarna ofta öppna och då fungerar gården som ett extrarum. Taklampa från Studio Snowpuppe. “Klippan”-soffan från Ikea har hängt med Bea sedan hon var student.
De rostfria modulerna av märket Solitaire ger köket en industriell känsla. Köket är bara 10 kvm stort men takhöjden gör att det ändå känns luftigt. Kylskåpet och diskmaskinen från Smeg mjukar upp och sätter färg.
Den knallröda kaffemaskinen från Francis Francis pryder sin plats i köket. Väggalmanacka från Ferm Living.
Ovanför sängen i sovrummet hänger en stor tavla ihopsatt av många små bilder. Tavlan kommer från holländska Ixxi Design som skapar personliga väggdekorationer. Överkastet är ett reseminne från Mexiko.
Bea och Remon tvekade länge innan de bestämde sig för det färgglada kaklet i badrummet. De har inte ångrat beslutet, Bea berättar att hon blir glad varje gång hon går in i badrummet. Badkar från Villeroy & Boch.
Tågbanan i Silvijns rum är en av favoritleksakerna. Det stora gula skåpet och den vita byrån är ommålade second hand-fynd. Sängen hade Bea när hon var liten. Svartvit korg från Ferm Living och papperskorg från Wesco
Det ljusa arbetsrummet har utgång till en rymlig balkong. Ovanför skrivbordet sitter en stor världskarta där Bea och Remon markerar länder de besökt.
Als groot Artifort fan, kon ik het niet laten mee te doen met de Artifans competition. In de zomer van 2015 maakte ik en “selfie” in mijn paarse Tulip en stuurde deze foto in. Ik won nog nooit iets, ik kon het dan ook bijna niet geloven dat de jury mij selecteerde als een runner up winnaar. En op een grijze dinsdag in oktober 2015 kreeg ik bezoek van twee leuke Arifort dames die mijn prijs, een Orangs Slice Junior ontworpen door Pierre Paulin voor Artifort, kwamen brengen.
Honderdduizend keer dank Artifort! Ik ben verliefd!
Alof dat nog niet genoeg was, werden er foto’s gemaakt voor het artikel ’take a look in Bea’s home, dat geplaatst werd op de website van Artifort en in het Artifacts magazine.
As an big Artifort fan, I submitted a “selfie” with my purple Tulip chair for the Artifans competition. I’ve never won a single thing in my entire life, so I could hardly believe the jury selected me as runner up winner. And on a grey Tuesdag in October 2015 I was visited by two lovely Artifort-ladies with an Orange Slice Junior designed by Pierre Paulin for Artifort
Thanks a million Artifort! I am in LOVE!
And if that wasn’t enough, pictures where taken for the article ’take a look in Bea’s home’, published on the Artifort website and Artifacts magazine.
Bea’s fan story
“I have been an Artifort fan since I was 2 years old. From that age me and a girlfriend must have turned hundred thousands of circles in the F454 (Tulip’s original name) at her grandmother’s place. From that moment I was set to own this chair when I was grown up.
It never left my mind, I kept fantasizing about a big Tulip in my favourite colour purple. Buying a new design classic was out of my reach so I searched for a second hand Tulip on the internet for years. About 10 years ago I finally bumped into MY Tulip chair: pale orange and in a lousy condition. She took my breath, my heart started beating faster. It was love at first sight. This chair was destined to be mine. And that’s what happened. I gave my Tulip a make-over and reupholstered her with a Kvadrad fabric in my favourite colour purple. Since that time it’s my favourite place to sit and THE eye-catcher in my interior. Not a day has passed without me sitting and reading, reclining and watching television, laying and relaxing, or just turning around in my beloved, comfortable Tulip.”
Orange Slice Junior
When handing out the Orange Slice Junior, we were greeted by Bea’s 2 year old son. He unwrapped his new chair and loved it immediately. The Junior design classic designed by Pierre Paulin is the colourful centrepiece of his new bedroom.