Whoop of delight

Ik keek er na een paar heel dikke werkweken flink naar uit, het Hemelvaartweekend. Lekker vier dagen vrij en dat met het meest prachtige weer in het vooruitzicht. Ik Googelde tussen neus en lippen door nog even op ‘Waddeneiland Hemelvaart’ maar toen ik thuis goed om me heen keek en de bende (en de waanzinnige prijskaartjes van desbetreffende weekendjes) zag, leek het mij ook een prima idee om op het honk te blijven en hier het nuttige met het aangename te gaan verenigen.

Vandaag pakten we de achtertuin aan en boenden we de tuinmeubelen van groezelig grijs naar blinkend wit, haalden de tuinkussens van zolder, trokken bergen onkruid uit potten, perkjes en tussen de tegels vandaan, zetten de weelderig groeiende druiven vast, snoeiden overtollig blad, schrobden de houten vlonders, verpotten de moestuinplantjes, plukten een handvol bermbloeiers voor in de vaas op tafel en lunchten voor het eerst dit seizoen in het zonnetje in de achtertuin.

Traditiegetrouw fietsten we aan het eind van de Hemelvaartmiddag naar de bloemetjesmarkt in het centrum van Leeuwarden waar we drie enorme papavers, een flinke aardbeienplant en bakken vol fruit scoorden voor weinig.

Een goed begin is het halve werk.

En dan nu met de beentjes languit  op de tuinbank. Lang leve het lange weekend. Proost!

Pink blossem

Drie weken per jaar staan de verschillende soorten sierkers (prunus) op ons plein, voor ieder huis staat er één, in bloei. Ik schreef daar vorig jaar al over.  Ieder jaar kijk ik weer uit naar de laatste week van april wanneer de eerste bomen lijzig en ingetogen lichtroze kleuren en ons plein voorzichtig naar lente begint te ruiken. Een paar dagen later staan de 15 lichtroze sierkersen volledig en uitbundig in bloei. In de dagen daarna volgen de wat meer donkerroze gekleurde prunus, wat betekent dat er minstens 20 sierkersen tegelijkertijd staan te schitteren. Oi, joi, joi wat een pracht!

Rondom Bevrijdingsdag beginnen de eerste bomen hun bloesem te verliezen terwijl de bloesem van de boom die voor ons huis staat juist dan pas openspringt. Naarmate ‘onze’ boom langer in bloei staat, transformeert de kleur van de bloesem van donker- naar zachtroze.

Ik kan er geen genoeg van krijgen, van het plaatje van de weelderig bloeiende prunus op ons plein. Mijn absolute lievelings is het beeld van deze roze bloesem afgezet tegen een strakblauwe hemel. Deze combinatie was dit seizoen schaars dus greep ik donderdag, tussen de bedrijven, door mijn kans en fotografeerde in rap tempo ‘onze’ boom tegen de fel turquoise lucht (minstens honderd keer – en dat doe ik al negen jaar lang).

A big hurray for peony season

Ik vond het zelfs een beetje spannend toen ik donderdagochtend op weg ging naar mijn favoriete bloemist. Ik had zó een zin in een enorme bos knalroze pioenrozen. Die met van die knoeperts van zuurstokroze knoppen, een warm geel hart en gigantische stelen, dié had ik in mijn hoofd. Stonden ze er al op mij te wachten in de emmer? Of zou ik ietwat teleurgesteld over moeten schakelen op plukplan B?

Tot mijn grote blijdschap lachten de meest mooie kanjers van knalroze pioenrozen mij vanuit hun emmertje hartelijk toe. Ik plukte twee joekels van bossen. Kijk nou toch, wat zijn ze waanzinnig mooi.

Ik werd vandaag al vriendelijk toegelachen door exemplaren in het wit met een geraffineerd donkerroze randje, subtiel gewenkt door een bos oudroze met dubbele bloem en de donkerrode variant fluisterde stellig mijn naam. Wordt dus vast en zeker vervolgd. Lang leve het pioenrozenseizoen!

Vrijheid

Van huis uit heb ik meegekregen dat op 4 mei de driekleur om 18.00 uur halfstok wordt gehesen en dat je om 20.00 uur, waar en met wie je ook bent en wat er ook gebeurt, twee minuten stil bent. Dat is wel het minste dat je kunt doen om je dankbaarheid te tonen aan hen – wie dan ook – die – waar hoe en wanneer dan ook – voor onze vrijheid streden en strijden.

Als kind vond ik dat herdenken niet gemakkelijk. Wees maar eens twee minuten stil. En waar denk je dan aan? En aan wie? Hoe herdenk je eigenlijk? Ik was vooral bang erg te moeten hoesten of  vreselijk te moeten niezen.

Ik probeerde te denken aan de verhalen die mijn vader en moeder mij regelmatig over de oorlog vertelden. Aan de verhalen over de angst van het ontdekken van de onderduikers in het ouderlijk huis van mijn moeder, verstopt achter een schilderij van de koningin waarin onder luid geschreeuw flink met de sabel geprikt werd door Duitse soldaten tijdens een inval. Aan de verhalen over de angst voor het neerschieten van vliegtuigen boven en neerstorten in het veen rondom het ouderlijk huis van mijn vader. Aan de verhalen over de hongerwinter en de evacués uit Limburg die bij mijn moeder in huis kwamen. Aan de verhalen over het ongeloof over het feit dat goede vrienden, buren en kennissen ervoor kozen NSB’er te worden. Aan de verhalen over de strijdlust van mijn vader die graag als KNIL strijder naar Indië had gewild en de teleurstelling van het niet halen van de medische keuring. Aan het verhaal over hoe blij je kunt zijn met de een chocoladereep die je krijgt van Canadese bevrijders en hoe die dan smaakt.  Aan de woorden van mijn vader die altijd over de Tweede Wereldoorlog zei dat we er alles aan moesten doen om zoiets “nóóit meer te laten gebeuren”.

Wij doen ons best de boodschap van 4 en 5 mei uit te dragen en door te geven. We hangen in de avond van op 4 mei de vlag halfstok en op 5 mei laten we ‘m voluit wapperen. We zijn dankbaar en staan samen stil bij het voorrecht dat we onze vrijheid vinden. De vrijheid om te mogen zijn wie we zijn, te doen wat we blieven, te zeggen wat we vinden, te zijn waar we willen en tegelijkertijd diezelfde vrijheid van ieder ander te respecteren.

Vrijheid is niet vanzelfsprekend:  laten we het koesteren, vieren, doorgeven er ervoor blijven vechten. Levenslang.