Lentetuin

We hielden de vitrage in de serre al weken angstvallig dicht zodat we geen zicht hadden op onze achtertuin. Nou, dan weet je het wel.. De vlonders donkerbruin en onbegaanbaar (spekglad!), de tegels mossig groen, de witte bloempotten een ondefinieerbare kleur zowel aan de buitenkant als qua inhoud: vol regenwater en bladerdrab, de witte tuinset zwart van de aanslag, de herfstbladeren aaneengekoekt met het nodige zwerfafval, het natte, glibberige zeil van het stookhout gewaaid, de kozijnen grijs van ellende en het gras en andersoortig onkruid (waar komt dat toch altijd vandaan?) kniehoog in de borders, de – in een vorig leven gele – zandbak niet meer als zodanig te herkennen (….). Heb je een beeld?

En tussen al die troosteloze winterellende ontsproten de eerste knoppen in de druif, zochten de tulpen en de narcissen een weg tussen het onkruid en het bladerdek naar boven, werd de heg langzamerhand wat groener, zongen de vogels ons ’s ochtends weer wakker, kwam de bloesem in de peer en zochten enkele dappere munt- en aardbeienblaadjes zich een weg richting de prille lentezon.

Het was wachten op een mooie zaterdag of zondag en ja hoor, afgelopen weekend leende zich perfect voor de grote tuinmetamorfose. Met grof geschut ging ik de wintertuin te lijf. Ik poetste de tuinset en de kozijnen weer blakend wit, de regenton glimmend grijs, de kleur op de tafeltjes, bankjes en gieters tevoorschijn en de aanslag van de potten. Daarna schrobde ik de vlonders en de tegels, trok het onkruid, snoeide de fruitbomen, hakselde de bladeren, deed een ritje grofvuil, sleepte de mandarijn en de vijg uit hun winterverblijf en vulde de witte potten met nieuwe verse potgrond.

Het leukste bewaarde ik voor het laatst. Ik kocht een arm vol biologische kruiden en flink wat stekjes van groente- en fruitplantjes bij de kweker en verdeelde deze over de witte potten waarin ook de inmiddels flink uit de kluiten gewassen moestuinstekjes van de Albert Heijn een plekje kregen. De kussens op de banken, de kaarsjes en leftover-bloemen op de tafeltjes maken het plaatje compleet. De vitrage kan weer open. Fijn hoor zo’n lentetuin!

Lentekrans deel 2

Vorig jaar maakte ik begin maart een lentekrans voor op de paarse voordeur. Hoe ik dat deed, zie en lees je in dit blog. Begin maart haalde ik de traditionele kerstkrans van de voordeur en vond het zo’n kale bedoeling dat ik besloot er ook dit jaar een lentevariant te maken. Een mooi klusje voor een van de paasdagen, zeker als je rustig aan moet doen.

De eucalyptus, prunus (kersenbloesem), magnoliatakjes en verschillende soorten tulpjes die ik eerder, nog flink enthousiast, bij mijn favoriete bloemist haalde, stonden in de schuur in een emmer te te wachten om de krans te mogen versieren.

Ik overschatte donderdag en vrijdag mijn herstel flink; er kwam me de afgelopen dagen weinig uit de handen. Vanmiddag rond een uur of half 4 kon ik het fröbelen van de krans niet meer uitstellen en prutste ik het groen en de tulpen in rap tempo rond de ijzeren basis die ik overhield van de kerstkrans. Ik zette de takken rondom vast met kleine stukjes ijzerdraad. De tulpjes knipte ik af op ongeveer 15 centimeter onder de kop en stak ze er op gelijke afstand tussen. Met geel draad uit de knutselbox van Silvijn zette ik ‘m door het luikje aan de paarse voordeur vast. Ik was blij dat ‘ie hing.

Snel greep ik het fototoestel om een paar plaatjes van het geheel te schieten. Als je goed kijkt, dan zie je dat dat niet helemaal goed ging, de foto’s zijn een tikkeltje onscherp. Stom. “Nouja, dat komt er van, lekker put”, zou Silvijn z’n tekst in zo’n geval zijn. Ik geef ‘m in dit geval gelijk. Volgend jaar beter!