
Het moet begin november zijn geweest, Silvijn en ik struinden op onze vrije woensdag door de HEMA op zoek naar het tompoesversierfestijn. Bij het uitstappen van de lift (wij slaan geen lift over), zagen we dat de eerste kerstmeuk – al was het de normaalste zaak van de wereld – in de schappen werd geladen. Ik schreef al dat het begin november was, toch? Silvijn sloeg dit tafereel van een klein afstandje gade en sprintte op het moment dat de HEMA medewerkster een doos vol felgekleurde pieken opende om in het schap te leggen als een malle op haar af en griste een ‘ôfgryslik’ kitscherige piek (glimmend, glanzend en in alle kleuren van de regenboog) nog net niet uit de handen van de ietwat verbouwereerde mevrouw, rende met de piek in beide handen geklemd op mij af en riep: “Kijk nou mama déze! Deze vind ik zó mooi! En jij ook! Deze móéten we hebben op onze kerstboom.” (Om zijn statements kracht bij te zetten eindigt een tekst als deze steevast met: )”Heus!” We waren het eens dus twee en halve euro lichter en een prachtpiek rijker.

Vrijdagavond vierden we  Sinterklaas met familie. Wat een heerlijk avondje en wat werden we verwend. Dank U Sinterklaasje! Zaterdag speelde Silvijn vol overgave met zijn houten trein – waarvoor hij van Sinterklaas een uitbreidingsset kreeg – zijn knikkerbaan, kassa en winkelspulletjes. (Bij ons in de schuur staat al minstens 6 weken een te pimpen houten winkeltje, uiteraard voor een prikje gescoord op Marktplaats. Het pimpproces vertoont vrij veel overeenkomsten met dat van het project garage -DIY. Komend weekend maak ik het af, heus.)
Zaterdagmiddag kocht ik een kerstboom voor mijn moeder en versierde de boom en haar kamer, onder begeleiding van een CD met Sinterklaasliedjes, Â in kerstsfeer. “Prachtig”, wist mijn moeder uit te brengen. Ik zag en voelde dat het goed was.
Bij thuiskomst verwijderde ik eindelijk de versiering van Silvijn’s verjaardag en vond het daarna zo kaal en leeg in huis dat ik – totaal tegen de na 5 december traditie in die hier in huis geldt – toch het onderwerp kerstboom opperde. Morgen graag. Zondag stonden we dus (;-)) tussen honderden kerstbomen in de Praxis. Silvijn z’n voorkeur was vrij snel duidelijk, die wilde “een joekel”. Na zevenenzestig kerstbomen kritisch te hebben gedraaid, van alle kanten bekeken en bevoeld kochten we uiteindelijk een ietwat bescheidener exemplaar. Bij thuiskomst blijkt het dan áltijd tóch nèt de verkeerde. Zo ook deze keer. Tè bescheiden en een met een kale, rare kruin aan de onderkant. Boe!

In mijn kerstballenbak zitten nog altijd de kerstballen die ik kocht tijdens mijn studententijd. Toentertijd (25 jaar geleden, help!) bemachtigde ik de meest goedkope – en dientengevolge meest lelijke – kerstballen bij de Wibra en verpakte deze in verschillende kleuren crêpepapier. Strikje erom en klaar. Tot vorig jaar pronkten deze kadootjeballen, zoals Silvijn ze noemt, naast de kleurrijke exemplaren die ik de afgelopen jaren bij elkaar scharrelde in onze kerstboom. Op het moment dat we DE piek bij de HEMA scoorden, zag ik al dat er in het zelfde genre allerlei gave kerstballen in de nog uit te pakken dozen blonken. Ik zette ze rap op mijn verlanglijstje voor Sinterklaas en werd vrijdagavond rijkelijk bedeeld. Dank U Sinterklaasje!

Zondagmiddag versierden Silvijn en ik samen de kerstboom. Silvijn opende vol overgave de doosjes met de glimmende nieuwe kerstballen waarmee er pardoes een doosje met 8 ballen sneuvelde – “Oeps, ongelukje, kan gebeuren toch?! Heus!” -, hing vervolgens vol passie alle kerstballen voor- en onderin de boom (hij leek hierdoor nog een dikkere kruin te hebben) en herinnerde zich toen DE piek. Ja, DE piek; het is ook zo! Eens even kijken waar die was gebleven. We doorzochten alle mogelijk geschikte piek opberg plekken. Groot was de teleurstelling toen we DE piek nergens maar dan ook echt helemaal nergens meer konden vinden.



Uiteindelijk kon DE verdwenen piek de pret niet helemaal drukken en hingen we alle overgebleven ballen – ook boven en achter – in de boom. Toen we ‘m van een afstandje bekeken vond Silvijn ‘m “schitterend mooi”.  Wel benadrukte hij dat De piek toch echt op onze kerstboom moet. “Heus!” Ook hierover waren we het over eens. De ouwe trouwe piek had geen schijn van kans en belandde tussen de kadootjeballen in de kerstballenbak. De boom stond rijkelijk versierd maar met een ietwat sneue kale top te glimmen in onze voorkamer. Ik duimde dat er nog een exemplaar in het kerstballenschap van de HEMA op ons lag te wachten. Vanochtend voordat ik Silvijn van school ophaalde zag ik tot mijn grote opluchting nog één piek liggen. Wederom tweeënhalve euro lichter en nu wel DE piek op de top van onze kerstboom rijker. (Heus!)
