Egypte, go see part II

Er wordt hier nog flink nagenoten van een dikke week Egypte in de voorjaarsvakantie. Ook vorig jaar bezocht ik in deze tijd samen met Silvijn Egypte, onze avonturen van toen lees je in het blog ‘Egypte, go see!’.

Het hoogtepunt van onze vorige reis naar Egypte was onze trip naar Caïro waar we die ongelooflijke piramides van Gizeh beklommen, de immense Sfinx bewonderden en het Egyptisch museum bezochten waar we het gouden masker van Toetanchamon van heel dichtbij konden bekijken.

Sindsdien is Silvijn flink in to het oude Egypte. Op zijn nachtkastje pronkt een houten masker van Toetanchamon naast een ‘gouden’ piramide en het borstbeeld van Nefertiti. We lezen sindsdien dagelijks uit (de geweldige boeken van Tosca Menten) Dummie de Mummie en Silvijn bekeek de gelijknamige films minstens twintig keer. Erg goed voorbereid gingen we dit jaar dan ook weer naar het land van de Nijl en de farao’s. 😉

We herhaalden de formule van vorig jaar, kozen voor een heel fijn resort in Hurghada en ik boekte vooraf via Kingfishertours een tweedaagse excursie. Deze keer naar Luxor (Thebe, de hoofdstad van het oude Egypte). Ik was hier in 2010 en ook Luxor maakte diepe indruk op mij. Graag wil ik Silvijn de verhalen vertellen en het gebied laten zien.

We bleven de eerste dagen op het resort en genoten vooral van het heerlijke weer (zo’n 24°C met heel af en toe een klein wolkje – wat is dat toch fijn in februari) en alle luxe van het resort. Silvijn maakte vriendjes, was niet uit het water en van de glijbanen af te krijgen en ik las (ook) mijn e-reader leeg in het zonnetje op een zacht bedje aan de rand van het zwembad. Oijoijoi, wat knap je daar van op.

Op de dinsdagochtend werden we na het ontbijt voor de deur van ons resort opgehaald door ‘onze’ chauffeur en in een kleine vier uur heel comfortabel naar ons hotel aan de Nijl in Luxor gereden. Luxor is per auto vanuit Hurghada heel goed te doen en de 280 kilometer tellende route is erg afwisselend. Je rijdt de eerste 60 kilometer langs de Rode zee, dan een flink stuk door de ruige Sahara, daarna dwars door de grote en typisch Egyptische stad Qena en de laatste 60 kilometer door het mooie, groene Nijldal. Onderweg kwamen we ogen en oren tekort. 

De middag zeilden we met een traditionele felucca over de langste rivier ter wereld en legden aan bij ‘bananeneiland’, een oude bananenplantage op een klein eilandje in de Nijl. We beleefden het dagelijks leven in de kleine boerendorpjes op de Westoever. We zagen er herders rondtrekken met geiten en schapen, buffels baden, vissers in kleine bootjes hun netten uitzetten, jongetjes van Silvijn z’n leeftijd stoven ons op karren voortgetrokken door 1 of 2 ezels op de stoffige zandwegen voorbij en hele gezinnen waren samen druk aan het werk op hun land. Dat maakte indruk. Silvijn was er stil van.

Terug op de felucca werden we getrakteerd op een pracht van een zonsondergang.

De volgende ochtend ging de wekker vroeg. Heel vroeg. Om 05.00 uur werden we – voorzien van een goed gevulde ontbijtbox – in de vroege, wat frisse ochtend bij ons hotel opgehaald. Een comfortabel busje reed ons naar de Nijl waar we op klein bootje van de Eastbank naar de Westbank werden gevaren om daar over de rand van de rieten mand van een luchtballon te klimmen om het grootste openluchtmuseum ter wereld vanuit de lucht te kunnen gaan bekijken. 

Ik vind het zó’n magisch beeld al die fel gekleurde luchtballonnen bij elkaar die worden klaargemaakt om op te stijgen. Daarbij komt nog de hectiek rondom het prepareren van de ballon – bij het op laten stijgen van één luchtballon zijn in Luxor 20 drukdoende mannen gemoeid -, het geluid en de geur van de gasbranders en de chaos (en de stress) rondom het in die enorme mand zien te klimmen terwijl met man en macht wordt getracht de ballon aan de grond te houden – en dat alles tijdens het krieken van de dag, vlak voor zonsopgang. Wat een unieke ervaring!

Deze keer bleek ‘onze’ luchtballon (die joekel van een rode) de grootste ter wereld te zijn, die maar liefst plaats biedt aan 36 personen. Vorig jaar vlogen we al in een luchtballon over het mysterieuze Cappadocië. Nieuwsgierig naar die ervaring? Check Oh, but my darling what if you fly?!.

Om ons heen zagen we de ene naar de andere ballon opstijgen. Wat een wonderlijk gezicht. Dan wordt een laatste landingsinstructie gegeven, de piloot laat nog een paar flinke toefen gas ontsnappen uit de branders en langzaam stijgen we geruisloos op. Het wordt sereen stil. Het enige geluid dat we zo af en toe horen is het ontsteken van de branders, het fluiten van de vogels en het lichte geruis van de ballon.

Wat we zien, voelen en beleven ontneemt ons opnieuw de adem. Hoe bijzonder is het om over de schatkamer van het oude Egypte te zweven op een paar honderd meter boven het graf van Toetanchamon, het paleis van Hatsjepsoet, de kolossen van Memmon en de tempel van Ramses. En dat terwijl je de Nijl ver onder je als een zwart lint door het landschap ziet kronkelen, de zon in het oosten langzaam opkomt en de lucht oranje kleurt en tegelijkertijd de volle maan de Vallei der Koningen zachtgeel verlicht. Kippenvel op de armen.

Na een klein uur vliegen landen we iets minder geruisloos dan vorig jaar maar – hey, ongeschonden en wat weer een belevenis – middenin de droge, rotsachtige Egyptische aarde.  We klimmen een  een pracht van een ervaring rijker uit de grote mand en stappen in ons busje en gaan op weg naar het volgende avontuur. We ontmoeten onze Nederlandstalige gids, bespreken de dag en vervolgen ons program, om nog maar net 7.00 uur, op westoever van de Nijl in de Vallei der Koningen. 

In het oude Egypte werd de westoever van de Nijl gezien als het dodenlijk en de oostoever als het rijk der levenden. De zon stierf volgens de oude Egyptenaren in het westen, om na een nachtelijke reis herboren te worden in het oosten. Volgens de oude Egyptenaren zouden de koningen op deze manier ook herrijzen uit hun graf.  In het dorre, hete en desolate Koningadal, in de heuvels bij Thebe, lieten de farao’s van het Nieuwe Rijk zich begraven. Ondanks dat de graven diep onder de grond lagen verstopt, zijn de meeste graven in de loop van de jaren leeggeroofd. Slechts enkele – waaronder die van Toetanchamon – werden geheel intact ontdekt. Rond de markante berg die het uiterlijk heeft van een piramide liggen momenteel 63 genummerde graven, maar nog altijd worden er nieuwe opgravingen gedaan. Elk graf heeft een eigen nummer dat staat voor de volgorde waarin het is ontdekt. Het wereldberoemde graf van Toetanchamon heeft  nummer 62. Deze graftombe werd in 1922 ontdekt en is daarmee een van de  meest recente ontdekkingen in het Dal der Koningen. Het graf van Ramses VII heeft nummer 1, dit graf – kun je nagaan – is al in de tijd van de Romeinen ontdekt.

We kopen één ticket waarmee we toegang hebben tot drie zelf uit te kiezen koningsgraven. We bezoeken ook op aanraden van onze gids het graf van Rameses II, Rameses IX en Amenophis. Zo vroeg in de ochtend is het nog erg rustig in het dal en kun je op je gemak en zonder drommen andere toeristen de graven bewonderen. 

De rotsgraven en de tunnels die naar beneden, naar de grafkamers leiden zijn stuk voor stuk rijkelijk versierd met gekleurde afbeeldingen van goden en verhalen – in hiërogliefen –  en rituelen over het hiernamaals. Oijoihoi, wat een bijzonder stukje geschiedenis. We raken hier dan ook niet uitgekeken.

Ook voor jongens van zes is een bezoek aan het dal der Koningen een mooi avontuur. Het betreden van de graven gaat gepaard met aardig wat klim- en klauterwerk en de veelal spannende en boeiende verhalen uit de oudheid – die ook onze gids vertelt –  spreken flink tot de verbeelding.  En, als je goed kijkt, valt er echt van alles te ontdekken op de muren van die oude graven. Zeker als je al het een en ander weet over het oude Egypte. 

We besluiten er ook een speciaal ticket voor het beroemde en onlangs gerestaureerde graf van Toetanchamon bij te kopen. Vorig jaar al zagen we in he Egyptisch museum in Cairo alle schatten die Howard Carter in 1922 in dit tot dan toe 3.200 jaar oude en ongeschonden graf ontdekte. Met als absoluut hoogtepunt het gouden masker van deze bijzondere farao. Nu we hier toch zijn, kunnen we zijn graf natuurlijk niet overslaan. Dus dalen we de behoorlijk steile trappetjes in de tombe af om de mooi gekleurde grafkamers, waar ook zijn sarcofaag en mummie achterbleef, met eigen ogen te kunnen bekijken. Silvijn is vooral zwaar onder de indruk van de (echte!) mummie van Toetanchamon die (in een geklimatiseerde vitrine) in het graf te bewonderen is. Wauw, dit is met recht één van de grootste archeologische vondsten.

We verlaten de Vallei der Koningen aan tegen de klok van 11 toch met wat lichte tegenzin. Ik denk stiekem dat we hier nog wel een keer terug zullen komen. We gaan met de gele treintjes naar de uitgang van het complex en in de auto op weg naar het arbeidersdorp Deir-el-Medina, passeren – en poseren voor – de kolossen van Memmon en bezoeken de tempel van Hatsjepsoet. 

Hatsjepsoet was één van de enkele vrouwelijke farao’s. 3500 jaar geleden besteeg koningin Hatsjepsoet de troon van Egypte. Ze brak met alle conventies door als farao te regeren, in de gedaante van een man. Haar eigenzinnigheid kwam haar duur te staan: Hatsjepsoet werd gewist uit de geschiedenis. Wel bouwde een reusachtige tempel voor zichzelf. De tempel is vooral prachtig vanaf een afstandje, zeker als je het verhaal achter de tempel kent. We waren aan het begin van de middag bij de tempel. Het is dan al flink druk in de omgeving. Wil je de tempel voor je alleen? Kies dan voor een bezoek in de vroege ochtend. 

Waar ik naar uitkijk is het bezoek aan de tempel van Karnak in de middag. Na een typisch Egyptische lunch – lang leve de verse humus – gaan we die kant op.

Karnak was het grootste religieuze complex van het oude Egypte waar door meer dan 30 farao’s aan is gewerkt. Je passeert er tientallen Sfinxen bij de ingang, je waart door half vergane tempels en passeert torenhoge beelden en pilarengalerijen. Alles in het tempelcomplex lijkt wel versierd met hiërogliefen. De honderden pilaren hebben een diameter van meer dan drie meter. Je voelt je er, zoals eigenlijk op alle historisch plekken in Egypte, onvoorstelbaar klein. De immense omvang van de bouwwerken en de zwaarte van de materialen waarmee ze zijn gebouwd roept ook deze keer weer de vraag op: “hoe dan?”. We struinen er een groot gedeelte van de middag rond. 

We nemen aan het eind van de middag afscheid van onze gids en met een unieke ervaring rijker stapten we weer in onze auto richting Hurghada waar we nog lekker een paar dagen mogen genieten van het heerlijke weer en alles wat ons resort en Hurghada te bieden heeft. 

Graag wil ik een lans breken voor Egypte als vakantieland. Ik heb me er nog nooit een moment onveilig gevoeld, integendeel. Het reizen door Egypte is – ook als vrouw met een kleuter – meer dan prima te doen. Ik bezocht Egypte ook in  2010 en 2013, en in 2017 en 2018 samen met Silvijn en vind het een uniek en divers (vakantie)land. Een plek waar de zon altijd schijnt en de temperaturen het hele jaar door aangenaam zijn, waar je de meest prachtige en bijzondere oudheidkundige schatten kunt bewonderen, de stranden fijn zijn, de zee rijk is aan koraal en de meest prachtige kleurrijke vissen, de prijs-kwaliteitsverhouding – zeker ook van de resorts –  voortreffelijk is en de Egyptenaren vriendelijk en behulpzaam zijn. En dat alles op zo’n vier uur vliegen. Wij beleefden er in ieder geval wederom een avontuur dat we nooit meer zullen vergeten!

Egypt, Go see!

Egypte, go see!

In december wemelt het hier van de wintersportkriebels; bij de grote mannen welteverstaan. Ik hunker in die donkere decemberdagen naar een beetje zon, warmte en licht. Ook Silvijn verkiest zon boven sneeuw en zo boekten we op een van die koude, donkere dagen samen een weekje naar Hurghada, aan de Rode Zee in Egypte.

De mannen dropten ons op de eerste dag van de voorjaarsvakantie op Düsseldorf Airport en reden door naar de Oostenrijkse bergen. Tussen onze vakantiebestemmingen een verschil in temperatuur van een kleine 50 graden Celsius. I rest my case.

Hoewel vanuit de Nederlandse overheid voor de belangrijkste toeristische gebieden (Caïro, Luxor, de plaatsen aan de Rode Zee en de Nijlroute tussen Luxor en Aswan) al sinds de Egyptische revolutie (2011 – 2013) geen negatief reisadvies meer geldt, wordt Egypte toch veelal geassocieerd met politieke onrust, terrorisme, aanslagen en onveiligheid. (Westerse) Toeristen mijden het land. Er wordt dan ook door mijn omgeving wat bezorgd en vragend gereageerd als ik vertel samen met Silvijn naar Egypte af te gaan reizen.

Graag wil ik een lans breken voor Egypte als vakantieland. Ik heb me er nog nooit een moment onveilig gevoeld, integendeel. Het reizen door Egypte is – ook als vrouw met een kleuter – meer dan prima te doen.

Don’t listen to what they say. Go see.

We spraken af dat we de eerste helft van de vakantie gingen relaxen en de tweede helft het avontuur opzochten. We bleven de eerste dagen dan ook op en bij het resort en genoten vooral van het heerlijke weer (zo’n 27°C en geen wolkje aan de lucht), het zwembad, de zee en het verrukkelijke Egyptische eten. Silvijn maakte een handvol vriendjes, was niet uit het water te krijgen en ik las mijn e-reader leeg op een zacht bedje aan de rand van het zwembad en met mijn voeten in de branding van de Rode Zee. Oh wat knap je daar van op.

Als je in Egypte bent, mag je en dagje op de Rode Zee eigenlijk niet overslaan. Het zeewater wordt er ook in de winter niet kouder dan 20 graden en het is de perfecte locatie om  te genieten van unieke tropische vissen en prachtige koraalriffen. Wij kozen voor een snorkeltocht waarbij we met een boot Orange Island en drie fantastische snorkerspots aandeden. We zagen de gehele NEMO-cast door het koraal onder ons voorbij komen en Silvijn wees mij enthousiast op een enorme blauw gespikkelde pijlstaartrog. Snorkelen is, ook voor een 5-jarige, een fantastische beleving zeker met een Easybreath snorkelmasker. Dit masker, met panoramisch zicht, laat je heel fijn door je neus en/of je mond ademen en sluit zich om je gezicht waardoor je geen last meer hebt van het zoute zeewater (in je neus en mond) en de elastisch verstelbare band trekt niet aan je haren. Ideaal, ook voor kleinere kinderen. (Foto’s maken gehuld in snorkelmasker met en van dito kind van vijf ín de Rode Zee is mij wat te veel van het goede. Daarom via de link hierboven – op desbetreffende pagina even doorrollen naar beneden – een plaatje van Silvijn met snorkelmasker in Panama.)

In 2010 bezocht ik Luxor, Cairo en Gizeh. Vooral dat laatste was voor mij een ervaring om nooit meer te vergeten. Ik wilde deze graag delen met Silvijn. Dus boekte ik twee retourtickets Hurghada – Cairo, een ultravroege vlucht naar Cairo en eentje aan het eind van de middag terug naar Hurghada, en ging ik voor Silvijn op zoek naar een Nederlandse gids. Die vond ik via reisorganisatie Kingfishertours en samen met deze gids en een auto met chauffeur vertoefden we een hele dag in Cairo. Wát een belevenis!

We landden om even voor half 7 in de ochtend in de miljoenenstad aan de Nijl waar we opgewacht werden door onze gids Mahmoud. Rond de klok van 7 struinden we samen door de ontwakende straten van het oude centrum van de eeuwenoude metropool waarna we het beruchte Tahirplein kruisten richting het statige pand van het Museum der Egyptische oudheden. Dit museum heeft de meeste schatten van het oude Egypte ter wereld, er staan hier maar liefst 125.000 voorwerpen uitgestald. We raakten er dan ook niet uitgekeken. Oi, joi, joi, wat een rijkdom aan cultureel-historisch erfgoed. Met als hoogtepunt de massief gouden sarcofagen en het puntgave gouden masker van Toetanchamon. Mahmoud wist op het randje van de schatkamer – waar het verboden is te fotograferen – een plaatje van ons en het beroemde masker te schieten.

Het Egyptische museum is ook voor kinderen erg interessant; Silvijn vermaakte zich er opperbest. De schatten uit de oudheid en de bijbehorende spannende verhalen, die ook de gids vertelde, spreken volop tot de verbeelding. Zeker wanneer je al een en ander weet over het oude Egypte. Wij lazen ter voorbereiding de verhalen van Vos en Haas  die, hoe toevallig!, ook in het land van de Nijl zijn geweest en leenden  dit prachtige boek van de bibliotheek.

Voordat we richting Gizeh vertrokken, maakten een rondje door de stad. We zagen kleurrijke markten met even zo kleurrijke mensen, Feluccas met gehesen zeilen op  de Nijl, wijken met zelfgebouwde huizen en dat veelal van afval, enorme rijen appartementencomplexen alle half afgebouwd, moskeeën, kerken, wolkenkrabbers, shoppingcentra en heel, heel veel chaotisch verkeer van fietsers en superluxe auto’s tot karren en wagens voortgetrokken door paarden, ezels en kuddes kamelen.  In al deze chaos reden we langzamerhand richting Gizeh, richting de piramides die zo’n vijfduizend jaar geleden op wonderbaarlijke wijze door de Egyptenaren zijn gebouwd. Het zijn de oudste en de laatst overgeblevene bouwwerken van de oorspronkelijke zeven klassieke wereldwonderen.

Ik zal het gezicht van Silvijn – begeleidt door heel grote ogen, beide handen voor zijn mond en een “Owh my God” – nooit meer vergeten toen hij vanuit de auto de enorme piramides zag opduiken.

Het zien van de piramides is een kippenvel moment pur sang. Ik kon – ook nu ik ze voor de tweede keer mocht bewonderen – niet goed bevatten wat ik zag. Zo een immense bouwwerken, duizendenjaren geleden door mensenhanden in elkaar gezet. Het is ongelooflijk ongelooflijk en met recht een van de zeven klassieke wereldwonderen.

Tussen vooral honderden Egyptische toeristen en schoolklassen, bekeken en beklommen we de piramide van Cheops – de grootste van het stel, ca. 137 m hoog en 230 m breed, bestaat uit ongeveer 2.3 miljoen stenen van elk 2.300 kg -, deden we een rondje langs de piramides op een kameel (ja, als je dan toch in de Egyptische woestijn bent ;-)), maakten we foto’s van al het moois en werden we ondertussen veelvuldig door en met de Egyptenaren op de foto gezet (wat een gekke gewaarwording) en werd Silvijn verliefd op een houten masker van Toetanchamon die we overnamen van een sympathieke souvenirverkoper. Het masker en Silvijn zijn sindsdien onafscheidelijk.

En na een Egyptische lunch – hoera voor de verse humus  en het traditionele Egyptische brood– , met uitzicht over het plateau van Gizeh, namen we als afsluiter van ons avontuur nog een kijkje bij de bewaker van de piramides van Gizeh, de grote Sfinx. Een enorm bouwwerk met het lichaam van een leeuw en het gezicht (zonder neus) van een mens. We namen afscheid van onze gids en chauffeur en met een unieke ervaring rijker stapten we op het vliegtuig richting Hurghada waar we nog een dagje mochten genieten van het heerlijke weer en het warme zwemwater.

Ik bezocht Egypte ook in  2010, 2013 en 2017 en vind het een uniek en divers (vakantie)land. Een plek waar de zon altijd schijnt en de temperaturen het hele jaar door aangenaam zijn, waar je de meest prachtige oudheidkundige schatten vindt, de stranden fijn zijn, de zee rijk is aan koraal en de meest prachtige kleurrijke vissen, de prijs-kwaliteitsverhouding – zeker ook van de resorts –  voortreffelijk is en de Egyptenaren vriendelijk en behulpzaam zijn. En dat alles op zo’n vier uur vliegen. Wij beleefden er in ieder geval een avontuur dat we nooit meer zullen vergeten!

Go see!