Kerstkrans

Vanmiddag fröbelde ik volgens – een sinds vorig jaar beladen  – traditie (en dus geheel therapeutisch) de kerstkrans in elkaar. Ik werd dit jaar geïnspireerd door alle minimalistische en strakke eucalyptuskransen op een metalen ring die ik overal voorbij zag komen. Zo eentje, c.q. een afgeleide daarvan, zou het gaan worden dit jaar.

Ik ging op zoek naar zo een metalen ring; ik kon er nergens eentje vinden. Dus ging ik over op plan B en gebruike voor de basis van de krans 3mm dik ijzerdraad, waarvan ik 5 meter tot een driedubbele cirkel draaide en onder en boven met de uiteinden van de draad vastzette. Bij mijn favoriete bloemist kocht ik een bosje eucalyptus, een tak of wat pinus en voor de zekerheid nog een handvol groene kerstige takken.

Ik draaide de eucalyptus om de krans en zette de takjes vast met kleine stukjes ijzerdraad. Daarna vulde ik de krans aan de voorkant op met de pinus. Dat zou ‘m moeten zijn. Ik bekeek het geheel van een afstandje en fronste. Ik bedacht me op dat moment dat mijn moeder het een armoedige, schrale en armetierige bedoeling gevonden zou hebben (niks aan, dooie boel, kale struuk, skrale groene takken, geen sjeu aan).

Ik was het overduidelijk met haar eens en prutste de rest van de pinus en ook de groene takken nog fijn tussen het geheel aan takkenbossen door. Om het feest compleet te maken zette ik onderin de krans zes groepjes gekleurde en beglitterde kerstballen (ik kocht ze – ooit – bij de Hema en de Aldi) met visdraad vast, reeg een snoer warm witte lichtjes door het groen en strikte ‘m af met een stuk goudgeel lint.

Toen ik het vlechtwerk nogmaals van een afstandje bekeek, zag ik dat het zo meer dan dikke prima was. Op de paarse voordeur d’r mee.

Intens verdrietig om wat niet meer is en nooit meer zal zijn. Bovenal uitzonderlijk dankbaar voor alles wat was en altijd zal blijven. Deze uitbundige kerstkrans is voor jou lieve mama Selly.

Count your blessings

Het idee was er al geruime tijd – ik hield flink wat van de van Sinterklaas gekregen kerstballen over – ; het maken van een fleurige, kleurige en geurige kerstkrans met bestemming paarse voordeur. Hoe leuk om dit samen met Silvijn te doen en er een mooie decembertraditie van te maken. Ik haalde, toen ik de kerstboom voor mijn moeder kocht, alvast een basic krans van dennentakken bij mijn favoriete bloemist. Ik sprokkelde er gaandeweg de daarop volgende week eucalyptus (uit een gekregen gemengd boeket), takjes vuurdoorn met bessen (uit de haag op school), conifeer blad en takjes laurier en rozemarijn (uit de eigen tuin) bij. Vorige week zaterdag rond de klok van drie legde ik alle met zorg verzamelde spullen op tafel klaar en was net zo goed als begonnen toen ik werd gebeld. Op dat moment werd het maken van de kerstkrans, werd mijn hele zijn ruw verstoord.

Het leven had afscheid genomen van mijn lieve mama Selly.

Afgelopen zaterdag, want wát dóe je met al je verdriet en de leegte in de dagen na de afscheidsplechtigheid van je moeder?, besloot ik de krans –  iets met de zinnen verzetten – toch maar af te maken. Ik bond de verschillende groene takken met visdraad rond de krans. Silvijn maakte ondertussen groepjes van de verschillende overgebleven minikerstballen, een serieuze klus. Ik reeg de met liefde gesorteerde kerstballen ook met visdraad en op gelijke afstand van elkaar in de krans vast.

In de kerstballendoos vond ik nog een bescheiden lichtslang die ik tussen de ballen door drapeerde. De batterijen plakte ik op de achterkant van de krans vast. Silvijn zocht een rood lintje uit waarmee de we de krans door het luikje aan de voordeur vastzetten.

En dit alles onder begeleiding van de meest blijmoedige kerstmuziek. Silvijn zong zijn lievelings (Jingle bells, Kling klokje en Oh dennenboom) uit volle borst mee. “Wat gezellig hè mama!” Ik slikte mijn tranen weg. “Tel je zegeningen” (haar lijfspreuk en lievelingslied), zou mijn moeder op zo’n moment gezegd hebben. Ja mam. En zo is het. Ik tel mijn zegeningen één voor één, ik tel ze alle en vergeet er geen.

– Count your blessings