
Gisteren, op onze laatste ‘mama en peuter Silvijn dag’, hingen we voor het eerst sámen de inmiddels traditionele verjaardagsversiering op. Het liefst, – “Nee, nee, nee mama, ga jij maar daarrr zitten hoorrr! Ík doe het, dat kan ik, ik ben de besterrr* -, zou jij in je eentje je eigen slingers op willen hangen.
Toen we zagen dat het zo goed was, stak jij vol overgave je armen in de lucht en riep: “Hoerrra, ik ben overrr één nachtje vierrrr!”. Ik klikte met de camera: een ietwat bewogen en niet helemaal scherp maar voor mijn gevoel toch lucky shot.

Vier jaar geleden werd jij mijn zoon. Jóuw geboorte heeft de krant dan wel niét gehaald maar was wat mij betreft niet minder adembenemend dan de mijne. Ik werd na ruim 42 weken heel smooth & easy zwanger te zijn geweest uiteindelijk na een dik etmaal (een eeuwigheid voor mijn gevoel) van onzekerheid, pijn, zorg, angst en uiteindelijk de meest vreselijke paniek via een spoedkeizersnede – “we gaan ons uiterste best voor u en de baby doen, mevrouw”, waren de laatste woorden die ik hoorde voordat het mondmasker van de narcose werd aangebracht – moeder van een piepklein, mager, rimpelig, maar o zo puntgaaf dysmatuur Silvijntje. De Apgar-score van 10 stemde het in aller ijl opgetrommelde 10-koppige medische team gerust: “Een wonder”. Die woorden had ik eerder gehoord. Even later werd ik wakker met jou in mijn armen. Hoé gelukkig.

Als ik nu naar je kijk, kan ik bijna niet geloven dat dit op de kop af al vier jaar geleden is. Je was zo klein, zo kwetsbaar, zo broos. De herinnering lijkt nog zo vers en is zo levendig. Inmiddels steek je met je 110 centimeter een stuk boven je leeftijdsgenoten uit, heb je jouw geboortegewicht weten te vertienvoudigen en passen je voeten nauwelijks nog in maat 27. Je bent sterk, weerbaar en één stevig brok positieve energie. In jouw geboorterapport staat in hanenpoten geschreven: ‘verwacht zeer slecht kind’. Och wat hadden ze het (hoera, hoera, hoera!) toch grandioos mis. Silvijn, jij bent het ‘allerrr allerrr besterrr’* wat mij ooit is overkomen. Wat ben ik, wat zijn wij, blij met jou.
Hurray, it’s Silvijn’s birthday! We gaan er in alle opzichten een machtig mooi feestje van maken.
‘*Silvijn spreekt met een flinke ‘rrr’ en heeft de neiging deze rrr achter een woord eindigend op een klinker te plakken. Hij heeft het standaard over ‘(allerrr)besterrrr’ in plaats van (aller)beste. Ach, doen we niet moeilijk over. Sterkerrr nog; we nemen het met een grote glimlach van ‘m overrr.

