{Ook tussen Panama stad en Santa Catalina beleefden we volop avonturen, wordt binnenkort vervolgd.}
Nogal onder de indruk van de walvissen die we vanuit Playa Venao en Las Lagas uit de Pacific zagen oprijzen en die torenhoge stoomwolken boven het water uitspoten, besloten we ons reisplan aan te passen en alsnog Santa Catalina, een klein stadje aan het strand van de Pacifische kust, aan te doen alvorens terug te keren naar Panama stad.
Santa Catalina is een ‘end-of-the-road-village’. De hoofdweg van dit kleine dorpje en tevens enige toegangsweg vanaf de Panamericana (78 kilometer lang en vol bochten en duizenden fikse gaten) splitst zich middenin het dorp en loopt in beide richtingen plotsklaps dood in de Pacific; wat een gekke gewaarwording. Zeker omdat onze accommodatie volgens onze routeplanner 75 meter verderop lag dan waar de weg ophield. Wat uiteindelijk betekende dat we met al onze zooi  (lees 2 koffers en 4 rugzakken) op blote voeten door de Pacific (Silvijn tot aan zijn middel) waadden om onze bestemming te bereiken.
Rondom het surfparadijs Santa Catalina liggen een aantal strandjes in natuurlijke inhammen van de kust die voornamelijk uit hoge, weelderig begroeide, rotspartijen bestaat. Deze inhammen waarin de golven contant zowel links en rechts draaien, blijken de beste surfspots van Midden-Amerika te zijn. Vanuit Santa Catalina kun je vanaf deze strandjes tours boeken en per boot naar het ‘National Parque Coiba’, een groep van 38 eilanden, opgenomen op UNESCO’s Werelderfgoedlijst afreizen. Een fantastische duik- en snorkelplek ongeveer 40 kilometer voor de Panamese kust middenin de Golf van ChiriquÃ.
Vroeg in de ochtend vertrokken we, uitgerust met snorkel-attributen en zwemvesten in een – in mijn ogen veel te – klein bootje  over de – in mijn ogen veel te – ruige Grote Oceaan richting de eilandengroep. We kletterden letterlijk en figuurlijk over huizenhoge golven vol gas richting onze bestemming. Dit zijn de momenten dat ik diep van binnen niets liever wil dan linea recta naar huis (Wat doen we toch?! Zó onverantwoord, zeker met een kind van vier!).
Dit gevoel verdween accuut op het moment dat onze boot geruime tijd omringd werd door opspringende dolfijnen en we even later een groep van 7 (!) walvissen spotten die zich op enkele (tientallen) meters van ons bootje lieten zien. Wát een adembenemende ervaring, ik was om eerlijk te zijn, tot tranen toe geroerd. Mijn fototoestel zat jammergenoeg onderin mijn rugzak die ik angstvallig tussen mijn kuiten geklemd hield – want  minstens 10 centimeter water onderin de boot door hevige golfslag. Remon legde dit unieke schouwspel gelukkig wel vast met de actioncam.
We deden tijdens deze tour verschillende pracht van een eilanden aan. We snorkelden rondom ‘Granito de Oro’ waar we flink wat tropische vissen, zeeschildpadden, tonijn, pijlstaartroggen en als klap op de vuurpijl een stuk of wat serieuze haaien (!) onder ons door zagen zwemmen. Â Vanaf het zandstrand, vol kokospalmen, van Isla Rancheria hikten we op blote voeten dwars door de prachtige natuur van de jungle van de ene naar de andere kant van het eiland waar we weer werden opgepikt om naar het volgende eilandje te varen. Daar dronken en aten we uit verse zelfgeplukte kokosnoten, vergaapten we ons aan honderduizenden zeer bedrijvige heremietkreeftjes en allerlei soorten, maten en kleuren krabben en vonden we de mooiste schelpen. Als afsluiter snorkelden we, voordat we terugkeerden naar Santa Catalina, nog een keer in open zee.
Wat een fantastische afsluiter van onze Panama trip!